Twee dagen voor ons vertrek naar Sanya had ik tijdens het eerder genoemde
Charity-event een gesprek met een van de gasten (die het wél had begrepen: in snoezig jurkje vergezeld van Chanel-handtas) en vertelde ik enthousiast over ons aanstaande weekeindje weg. Haar reactie: Als ik echt alles heb gezien dat ik hier wil zien, dan ga ik heel misschien nog wel een eens keertje naar Sanya. Ooit. Zelf zou ze twee dagen later naar Cebu gaan (op de Philipijnen). Enfin.
Het is maar één uur en tien minuten vliegen naar Sanya, dus als je vroeg vliegt, zoals wij op zaterdagmorgen omstreeks 9 uur, heb je de hele dag nog voor je. (Grappig genoeg stond de dame die nog liever dood ging dan naar Sanya, met haar man, dochter en helper achter ons in de rij bij de douane, op weg naar Cebu.
Dat is d’r nou! siste ik tegen Bauke, die ik over het eigenaardige gesprekje had verteld.
Alsof SEEBOEH zo leuk is, reageerde Bauke zachtjes.
Niet leuk dan? vroeg ik hoopvol - dat zou d’r leren!
Ach, zei Bauke schouderophalend,
ik geloof van wel.)
De weersvooruitzichten waren niet zo goed, terwijl het in Hong Kong nou juist het mooiste weer van de wereld was geworden en Hainan een sub-tropisch klimaat heeft, dus het mooiste weer van de wereld zou moeten hebben, maar we hadden mazzel: eenmaal in Sanya was er geen wolk te bekennen! Pas toen we twee dagen later in het vliegtuig terug naar Hong Kong zaten, begon de lucht boven Sanya donker te kleuren.
Hoe was Sanya? Tja, Mickey en Ryanne: omdat we maar heel kort gingen (2 dagen) hebben we het resort nooit verlaten en van Sanya alleen het strand gezien - wat absoluut prachtig was, dat wel! (Om precies te zijn: het privestrand van het resort was prachtig. De rest van het strand waarschijnlijk ook, maar daar zijn we niet geweest.)
Het resort dan. Wij zaten in het Kempinski, zeer luxe, zeer groot (klein heeft eigenlijk onze voorkeur maar je kunt niet alles hebben), zeer mooi en van alle gemakken voorzien: een hotelkamer bijna zo groot als ons hele appartement (daar zit je al snel aan, hoor ik sommige mensen nu denken), een balkon met een enorm stenen vierkant ligbad waar we met het hele gezin in paste, een gigantisch zwembad met een soort grachtjes zodat je er rondom kunt zwemmen, grote glijbanen waar Bauke en Bibi samen vanaf roetsjten en een kunstmatig aangelegd ieniemieniestrandje in een uiterwaard van het zwembad, voor allerkleinsten met schepjes en emmertjes.
Verder dus dat prachtige, brede en goed schoongehouden strand met fijn zand, heerlijke ligstoelen (een soort bedden eigenlijk, we hebben er met z’n drieen een middagdutje op gedaan), hangmatten tussen de palmbomen, obers met menukaarten die langskomen om te vragen of je nog zin hebt in een hapje of drankje van het één of ander en genoeg witte badjassen om alle hotelgasten dagelijks van een schoon en gladgestreken exemplaar te voorzien - zodat je die gewoon de hele dag kunt aanhouden, mits je aan het zwemmen bent natuurlijk of aan je
tan werkt. Uitermate rieleks dus.
Het ontbijt bestond uit een buffet met alles wat je maar kunt verzinnen, en de rest van de dag was er de mogelijkheid om op verschillende plekken (waaronder een strandtent met vis van de bbq) te eten en te drinken. Wat wil een mens nog meer?
Nou. Meer niet. Minder soms wel.
Minder harde muziek bijvoorbeeld, in het Deutsche Brauhaus Restaurant mit Brauhaus Bier, Schnitzel und Kartoffelsalat. En liefst ook één soort tegelijk – en niet buiten een ander melodietje dan binnen, zodat je steeds een zweem van de binnenmuziek door de knoertharde buitenmuziek heen hoort denderen. (De
Scorpions binnen en
Christina Aguilera buiten – of iets in die geest.) Jemig de pemig! Zelfs Bibi stak op enig moment haar vingers in haar oren. De serveerster lachte erom:
So cute!; maar ik greep het moment aan om eens ernstig in onderhandeling te gaan over de muziek. De muziek ging zachter (Halleluja!), maar niet lang daarna begon op zeer luid volume de band te spelen: een Philipijns heupwiegend trio (twee dames en een heer met korenblauwe glimbroeken) dat
luvsongs uit de jaren zeventig en tachtig ten gehore bracht - zó extreem slecht dat het eigenlijk wel weer humor was.
(Minder betalen voor een fles wijn zou ook prettig zijn en misschien iets minder personeel dat alleen Chinees spreekt zodat je, als je bijvoorbeeld vraagt of er ook een pierebadje is, niet eerst een kinderstoel en daarna een EHBO-doos krijgt aangeboden.)
Verder was het, om met de woorden van een van onze goede vrienden te spreken, gewoonweg ontzettend genieten geblazen, en wil ik hierbij Sanya iedereen , hoewel dus ongezien, van harte aanbevelen!