vrijdag 25 juni 2010

De eerste dozen





Terwijl Bibi hier nog nietsvermoedend blokkentorens bouwt, zijn vandaag de eerste verhuisdozen binnengekomen... Nog ruim een week te gaan en dan is dit ons huis niet meer. Ben ondertussen sinds dinsdag in het bezit van een of ander vuil virus (griep) zodat ik al twee afscheidsetentjes heb moeten afzeggen, waaronder dat van Bauke's werk gisteravond. Jammer jammer. Niet zo lang van stof dus ook.

dinsdag 15 juni 2010

Voetbal!



Gisteravond met een paar honderd Nederlanders, een handvol Chinezen en twee verdwaalde Denen voetbal gekeken in Grappa's Cellar Jardin House. Leuk hoor! En: na Joran van der Sloot en de PVV eindelijk ook weer eens goed Nederlands nieuws.

vrijdag 11 juni 2010

donderdag 10 juni 2010

Burgerplicht

In verband met de verkiezingen luisterden Bauke en ik vanochtend naar de Nederlandse radio. Het was zo’n programma dat overal in het land - bij elke politieke partij dus - een journalist had zitten die live verslag deed van de stemming ter plaatse, afgewisseld met belletjes van luisteraars die ergens iets van vonden en allerlei deskundigen (?) die balletjes opgooiden over mogelijke dan wel onmogelijke coalities.

Omstreeks half negen Hongkongtijd (half drie ‘s nachts Nederlandse tijd), hoorde ik zo’n beller zeggen dat ze tot het laatste moment heel erg had zitten twijfelen: SP, D66 of PVV? Het was PVV geworden. “Welke stemwijzers heeft zíj in godsnaam ingevuld?” riep ik ontzet tegen Bauke (die droog “De debielenwijzer” antwoordde).

Ik heb afgelopen week (diverse keren) drie verschillende stemwijzers ingevuld en het waren steeds die dieren of de groenen op 1. Uiteindelijk heb ik voor de groenen gekozen omdat zij net iets vaker op 1 kwamen dan die dieren en omdat ik meer voor Halsema voel dan voor Thieme. Een beetje Idols dus toch ook, dat stemmen.

Maar vanochtend, toen de PVV op 23 (!) zetels stond en er een nek-aan-nek-race tussen de PvdA en de VVD gaande was, vroeg ik me af of ik niet toch strategisch op Cohen had moeten stemmen. Ik moet er namelijk niet aan denken dat de PVV in het kabinet komt (welkom thuis weer!) en als het aan de PvdA ligt, gebeurt dat ook niet. Maargoed, ik loop op de zaken vooruit natuurlijk en volgens mijn echtgenoot (die wel kranten leest) loopt het bovendien zo'n vaart ook niet.

Hoe dan ook: we hebben onze burgerplicht weer gedaan, nu maar afwachten wat er gebeurt.

zondag 6 juni 2010

Zwevende

Afgelopen week kregen we een mailtje van Bauke’s ouders: dat onze stembiljetten binnen waren; moesten we alleen nog even doorgeven waarop we gestemd hadden willen hebben.

Hmmm… Dat is nog niet zo makkelijk.

Sinds anderhalf jaar ben ik namelijk een beetje van de wereld afgevallen. Ik lees geen krant meer (Nederlands noch Chinees), zie geen journaal, Nova, Witteman, Pauw of Knevel. Ik scroll alleen sporadisch door de digitale Telegraaf – en dan alleen langs het sensatie- en BN’ers-nieuws. Zo weet ik bijvoorbeeld dat Joran van der Sloot is opgepakt door Interpol. Dat Jan Smit vader wordt. Dat Doutzen Kroes te dik (!) is voor de catwalk. En dat Jack de Vries het met zijn adjudant doet.

Ik lees nog wel hoor, maar alleen boeken, heel veel boeken (49 maar liefst, sinds ik in Hongkong woon). Maar het nieuws…. Ik geef het niet graag toe, schaam me er ook voor, maar het nieuws kan me al een poosje gestolen worden. En dat maakt stemmen er natuurlijk niet eenvoudiger op.

Een maand of twee geleden had ik nog een sterke voorkeur voor Cohen, PvdA dus. Maar als ik heel eerlijk ben, heb ik vooral een zwak voor Cohen (ik las trouwens in de digitale Telegraaf dat ik niet de enige ben: vrouwen daten het liefst met Cohen, mannen met Halsema) zoals ik dat en paar jaar geleden ook had voor Marijnissen. Maargoed, het is geen Idols natuurlijk (en ook geen datingshow). Ik zou iene-miene-mutte op een van mijn twee of drie usual suspects kunnen stemmen, maar hoe gefundeerd is dat?

Daarom heb ik een paar dagen geleden de Stemwijzer maar eens ingevuld. Daar zitten ook weer haken en ogen aan want je wordt verondersteld een mening te hebben over allerlei dingen en, eeh, die moet je natuurlijk wel ergens op kunnen baseren (informatie uit kranten, journaals en Wittemannen bijvoorbeeld). Bovendien bestaat die stemwijzer uit stellingen, waarmee je het eens dan wel oneens moet zijn – en zo simpel liggen de zaken vaak niet. Wel handig is dat je bij elke stelling kunt zien hoe alle partijen erover denken en waarom, dus zo kon ik me toch een beetje een oordeel vormen.

Nou. Partij van de Dieren dus.

Volgens de stemwijzer moet ik op de Partij van de Dieren stemmen. En waarom ook eigenlijk niet? Ik ben tegen dierenleed (kakkerlakkenleed uitgezonderd) en ik vind dat daar veel te weinig tegen gebeurt. Maarja. Die Thieme. Mijn onderbuik heeft er iets tegen. Ik heb even zitten googelen, en oh ja, dat was waar ook: die is van die Zevendedagsadventisten. Hmmm. Hmm. Hm. Misschien toch maar één van mijn usual suspects: die stonden per slot van rekening op nummer 2,3 en 4 in het stemadvies; dus zo ongefundeerd is dat dan toch ook weer niet?

Enfin. Vandaag of morgen zal ik een knoop moeten doorhakken, maar op dit moment ben ik nog even zwevende.

woensdag 2 juni 2010

Volle neef

Toen ik Bauke aan mijn Omoes voorstelde, was ze met haar negentig jaar al een stuk richting het eind van haar bestaan gekomen. Lichamelijk gammel en geestelijk vaak erg in de war. Hoewel dat natuurlijk vreselijk zielig was, moest ik soms toch ook wel erg om haar lachen. Toen ze tijdens die eerste ontmoeting bijvoorbeeld tegen de hulp beweerde dat Bauke een volle neef van mij was. “Een volle neef, hoor, een vólle neef!”, herhaalde ze nog maar eens, met ogen als schoteltjes en de nadruk op “vol” – alsof dát iets was om trots op te zijn. Gegege.

Ach ja, uiteindelijk zijn we natuurlijk allemaal familie en lijk ik waarschijnlijk ook meer op de gemiddelde Chinees dan dat ik ervan verschil. Al mijn galspuwende blogberichten ten spijt, dat is toch wel één van de lessen die ik heb geleerd door een poosje aan de andere kant van de wereld te wonen. Eerst zie je vooral die verschillen en is het allemaal een beetje vreemd, zo in een ander land, maar dan voelt het er toch al heel snel als thuis. Er komt zelfs een moment dat je niet die Chinezen, maar die Hollanders voor gek verklaart - met hun onverdoofde (thuis)bevallingen, hun bakfietsen vol kinderen met snotneuzen, hun vieze schoenen in huis en hun bemoeizucht met de buren. Details natuurlijk; in wezen zijn we allemaal hetzelfde.

Ook fysiek zijn er opmerkelijk veel overeenkomsten. Hoe vaak het niet voorkomt dat Bauke en ik tegen elkaar zeggen: Hé, dat is precies die en die, maar dan in het Chinees, hahaha! Het is jammer dat ik geen Chinees ben, anders had ik ze allemaal schaamteloos op de foto gezet. Ongelogen: het is soms net “familie van” – maar dan dus in het Chinees. Rouvoet, Marten (vdW), Katja Schuurman, André Hazes, Andy Warhol: ze hebben hier allemaal een tweelingbroer of -zus.

Een paar weken geleden viel mijn oog op een mooie oude man in de metro. Ik tikte Bauke aan en zei: vind je niet dat hij er een beetje Indonesisch uitziet? Niet erg Chinees toch? Bauke opperde dat het misschien een Vietnamees was. Hmmm… zei ik peinzend. Hij doet me aan Omoes denken. Zelfde ogen, zelfde neus. Vind jij niet dat hij op Omoes lijkt? We keken elkaar grijnzend aan en dachten alletwee tegelijk hardop hetzelfde: Een volle neef misschien?

Nog een maand en dan komt een zogenaamd relocationbedrijf onze spullen ophalen. In de tijd dat die spullen op een boot zitten, gaan wij op vakantie. Sri Lanka, is het geworden, met de Malediven als toetje. En dan is het tijd om terug te gaan naar Amsterdam. Wel even wennen denk ik, maar dan zijn we er vast ook zo weer thuis.

maandag 31 mei 2010

Niet snik?

Waar was ik gebleven? Disneyland.

Mickey! Mickey! riep Bibi gisterochtend opgetogen, terwijl ze naar de speaker wees. Ik snapte er in eerste instantie niks van en legde haar een paar keer uit dat dat niet Mickey, maar een speaker was. Maar Bibi bleef Mickey! roepen en naar de speaker wijzen en ineens viel het kwartje. Uit onze box klonk een symfonie van Beethoven - zo klinkt het in Disneyland ook.

Zodra je de metro uitstapt en de eerste Disneypoortjes bent gepasseerd, schalt de muziek je al tegemoet. Het geluid is de ene keer harder dan de andere keer, maar te hard is het altijd en eraan ontkomen doe je niet. Door het hele park staan namelijk luidsprekers waaruit aan één stuk door Beethovenachtige symphonieën klinken. Ilse (bijna 8 maanden zwanger en moe) en ik (ge-jet-lagged door slaapgebrek) keken elkaar met dichtgeknepen oogjes aan en vroegen ons hardop af waarom ze hier toch zo van snoeiharde muziek houden: rare Chinezen, grinnikten we – toen nog.

In Mainstreet Disneyland verging het grinniken ons al snel. Daar kwam namelijk juist de dagelijkse Disneyparade voorbij: een spektakel met rijdende wagens, oorverdovende muziek en dansende Disneyfiguren. Vanwege de hitte werd er vanuit die parade ook nog met waterkanonnen op het publiek geschoten. ZE LIJKEN WEL NIET SNIK!, gilde ik (in iedere oor een vinger) met overslaande stem tegen Ilse, die (inmiddels met natte broek) hoofdschuddend iets teruggilde wat ik niet kon verstaan (naar later bleek, dat ze me niet kon verstaan). Het was werkelijk niet te doen.

Wat is dat toch met Chinezen en lawaai? Het is niet alleen Disneyland. In onze organische buurtsuper stond rond Chinees Nieuwjaar de muziek zo hard dat ik een kribbige suggestie op het suggestionboard heb achtergelaten. (Oké oké: mijn lont was misschien wat kort na een zoveelste slapeloze nacht, maar het volume was dusdanig hoog dat ik mijn eigen boodschappenlijst niet meer kon lezen.) In restaurants is het ook regelmatig bar en boos. In HET pekingeendrestaurant van Beijing bijvoorbeeld, konden Bauke en ik elkaar alleen verstaan als we naar elkaar schreeuwden. Hoewel dat ook wel een beetje op onze lachspieren werkte, wisten we niet hoe snel we weer weg moesten komen, terwijl de tent toch afgeladen was met Chinezen die zich allemaal prima leken te vermaken. Op Sanya klonk in één en hetzelfde restaurant zelfs én een live-band én een cd, en bij mijn Nederlandse kapper (die een stoel huurt in een Chinese salon), staat de tv altijd loeihard en KAN HIJ OOK NIET ZACHTER. Echt heel vreemd allemaal.

Enfin. Terug naar Disneyland. Toen Bibi begon te huilen omdat ze door een wandelende bloem met brandslang werd nat- en bijna platgespoten, besloten we de parade maar te laten voor wat ‘ie was en door te lopen naar Fantasyland. Daar stond weliswaar een Chinese Merlijn te krijsen en schalden die Beethoviaanse symphonieën je natuurlijk weer van alle kanten tegemoet, maar door de eerder opgelopen gehoorschade merkten we daar gelukkig bijna niets meer van.

woensdag 26 mei 2010

Jetlag

Gaap.

Vannacht weer eens ouderwets gezellig met een kussen op mijn kop geslapen. Hoewel het door de bank genomen wel wat beter gaat met Bibi en het slapen, is het de afgelopen dagen weer bar en boos. Vannacht van 12 tot 5 gespook – weliswaar met stille tussenpozen, maar slapen doe ik dan toch niet. Toen ik net weer in een droomfase was beland, haalde Bauke dat kussen van mijn kop omdat het tijd was om op te staan. Na het ontbijt het moeie lijf toch maar in de trainingsbroek gehesen en op naar de gym.

Ruim vijf weken ga ik nu, zo’n beetje dagelijks, en ik heb echt het idee dat het me goed doet (al voel ik me vandaag toch wel echt ge-jet-lagged). Ik lijk zelfs minder last van aften te hebben, en als ik ze heb, zijn ze minder groot en gemeen! (Maar dat kan natuurlijk toeval zijn.)

Na het sporten even gedoucht en me vervolgens gestort op een nieuwe variant couscoussalade: een combi van een oud Trouw-recept dat ik niet eerder had gemaakt (gewelde couscous met citroenrasp en -sap, geperste knoflook, een flinke scheut olijfolie en veel fijngehakte munt, basilicum, rucola, koriander, peterselie en bosui) en het een en ander dat me er wel lekker bij leek smaken (limoensap, een verbrokkeld geitenkaasje, een fijngehakt rood uitje, een komkommer, ont-zaad en tevens fijngehakt, versgemalen zeezout en peper – volgens het trouwrecept moest de couscous eigenlijk in kippenbouillon geweld, ik heb gewoon water gebruikt). Ik heb er net vast een kommetje van gelunchd en het is echt ENORM LEKKER!!! Vanavond met een gegrild worstje erbij: hmmm…

Ondertussen is het kakkerlakkendrama hier nog steeds gaande. Gelukkig komen ze minder vaak bij ons op visite (ik ving er gister één), maar in de gemeenschappelijke gang, waar ik nu elke ochtend met een bus Speedtox en een rol keukenpapier op jacht ga, is het nog steeds feest. Volgens de conciërge heeft de de huisbaas van hiernaast de ongediertebestrijding inmiddels ingeschakeld, en is het wachten op hun komst. Tja. Ik heb ondertussen maar wat speedtox onder de deur van dat lege appartement gesprayd, in de hoop dat kakkerlakken die het pand willen verlaten het niet lang maken. Wordt vervolgd.

Verder is het hier al dagen heerlijk weer: tegen de dertig graden, een lage luchtvochtigheid en een lekker stevig briesje. Alle ramen open; de airco uit. Over een uurtje gaan Bibi en ik met Ilse en Tamar naar Disneyland. Ik ga ons schatje zo maar eens wakker maken. Een beetje eerder dan normaal, zodat ze het vannacht misschien wat beter doet.

donderdag 20 mei 2010

Op de valreep

Getverdegetverdegetver!!!

Ons hele verblijf in Hongkong nauwelijks ergens last van gehad, maar nu op de valreep: kakkerlakken in huis! Gisteren heb ik er drie om zeep gebracht, vanochtend lag er en dooie kakkerlak voor onze slaapkamerdeur (waar hij naar op weg was, daar denk ik maar niet aan) en vanmiddag zaten er vier in de gemeenschappelijke gang van de negenenwtintigste verdieping. Gatverdamme zeg. Jek jek en nog eens jek!

Vorige week zag ik er al es één vlak naast onze voordeur zitten (aan de buitenkant, goddank) en was Bauke er eentje tegen gekomen vlakbij het vuilnishalletje. Misschien een paar verdwaalde exemplaren, dacht ik toen nog (als je in Azië woont, schijn je je er namelijk bij neer te moeten leggen dat je af en toe zo’n beest tegenkomt), maar daarvoor zijn het er nu te veel geweest. Bovendien: als ze zich overdag in zulke grote getalen laten zien, is het hier ‘s nachts waarschijnlijk helemaal een feest. Oh man! Ril...

Omdat Bauke en ik het vermoeden hadden dat ze vanaf de gang (onder de grote kier van onze voordeur door) zo ons appartement inwandelen, ben ik maar even langs de conciërge geweest. Blijkbaar staat het appartement naast ons leeg (dat idee hadden we eigenlijk al) en tieren de kakkerlakken er welig. Bah!

Wat ik ervan begreep (het is jammer dat ik mijn Cantonese cursus nooit heb vervolgd) is dat de huisbaas al met gif in de weer is geweest en dat vandaag zou gaan herhalen dan wel inmiddels heeft herhaald. (Dat zou dan ook meteen verklaren dat er vanmorgen een dooie kakkerlak voor onze slaapkamerdeur lag, en dat één van de drie beesten die ik gister een kopje kleiner heb gesprayed er al een beetje waus bij zat.)

Getverdemme zeg. Kakkerlakken! Dat zijn nou van die dingen die ik straks NIET ga missen.

dinsdag 11 mei 2010

Bibi & Douglas






Wief in, wief ouw

Vlak na terugkomst van onze vakantie in Maleisie hebben Bauke en ik elk een paar sportschoenen aangeschaft. Bauke loopt er een paar keer per week op hard (of is het hardloopt er op?) en ik bezoek tegenwoordig bijna dagelijks de gym van ons appartementengebouw. Bauke besloot dat het na jaren (vijf jaar of misschien wel langer, dat is mij dan niet bekend) van goede voornemens eens tijd werd om de daad bij het woord te voegen. Ik ben, op advies van dokter Venus nav slecht slapen, mezelf moe aan het sporten om me wat minder moe (en daardoor wat minder prikkelbaar, en daardoor wat minder schuldig, en daardoor wat minder in mineur) te voelen.

Ik was nooit zo van de gym – had altijd een beetje apparatenangst ook – maar ik ben helemaal om. Die apparaten blijken zichzelf eigenlijk te wijzen en met een ipod op mijn kop, het volume lekker hard, fietsen, steppen, lopen, aan gewichtjes trekken: heerlijk - ik kijk er zelfs naar uit! Nou zijn de omstandigheden natuurlijk ook optimaal. Bibi gaat een paar uurtjes naar school dus ik heb ‘s ochtends mijn handen vrij; de gym zit (net als de squashzaal, de binnenspeeltuin, de lees- en computerzaal, de spelkamer, de sauna, de massagestoelkamer en de zelfspelende (!) piano) in ons clubhouse dus ik ben er zó; er is bijna nooit een hond waardoor er altijd genoeg apparaten vrij zijn en na afloop hoef ik alleen de lift naar boven te nemen, kan ik thuis lekker douchen en heb dan nog genoeg tijd over om, voordat ik Bibi ga ophalen, even de boodschappen te doen en een kopje thee te drinken. Ideaal dus. En: het lijkt te werken – al zal ik waarschijnlijk nooit helemaal ZEN worden.

Maar je moet nooit nooit zeggen natuurlijk.

Sinds twee weken krijgt yoga in Hongkong namelijk ook weer een kans. Ik hou eigenlijk niet zo van yoga, maar omdat het dinsdagochtendyogaclubje (ook al in ons clubhouse) waar mijn Franse en Zwitserse buurvrouwvriendinnen A. en R. zich voor hadden opgegeven, één yogi te kort kwam om van start te kunnen, dacht ik: ach het is ook wel gezellig en het geeft wat afwisseling met die gym. Vorige week dinsdag was de eerste les en zaterdag had ik nog steeds pijn in de spieren/pezen aan de achterkant van mijn bovenbenen. Een beetje overstrechted wellicht? Mijn hemel. It’s doing something, so it must be good! zei A., die ik strompelend tegenkwam op weg naar Pips, enthousiast.

Toch heb ik het idee dat het wel goed is, dat stretchgedoe, en ondanks de pijn achteraf vond ik de les leuker dan mijn eerdere yoga-avonturen. De leraar (ik weet niet hoe hij heet want hij praat een beetje onduidelijk Engels en zeer binnensmonds, zodat hij af en toe zelfs wat lijkt te grommen: Hello wellcome to my yogaclass my name is hhmmpffgrr… If you have any questions just hpmfgrgg…) neemt de yoga wel wat serieus (het is dus niet de bedoeling dat je, als je, in een onmogelijke houding gelegen, per ongeluk oogcontact hebt met je yogi-buurvrouw die zich in dezelfde onmogelijke positie probeert te wurmen, even betekenisvol naar elkaar grinnikt: Do the bes you can!!! Evah moh!!! Wief in, wief ouw!!! Kip wieving!!!) en vraagt soms wel wat veel van de beginnende yogi (vier dagen helse spierpijn lijkt mij niet normaal) maar behalve dat heb ik toch het gevoel goed bezig te zijn, lichaamsbewegenderwijs.

En dat is natuurlijk ook wat waard.

donderdag 29 april 2010

Gesprek van de dag

Het is zo fijn als kinderen iets ouder worden. Dan kun je wat met ze praten en weet je tenminste een beetje wat er in ze om gaat. Onderstaand gesprek voeren Bibi en ik ongeveer 8 keer per dag.
Al een paar maanden nu.

Mama?

Ja lieverd...
PIPS!
Ja PIPS, leuk is het daar hè schat.
Mama?
Ja moppie…
PIPS!
Jaaa PIPS. Fijn dat je het daar zo leuk hebt Biebje.
Mama?
Ja?
PIPS!
De PIPS. De PIPS. Wat heb je vandaag eigenlijk bij PIPS gedaan?
Mama?
Ja scheet…
PIPS!
PIPS PIPS PIPS… Zit een kikker in je bips…
Mama?
Ja mop…
PIPS!
Jajajajaja… PIPS.
Mama?
Zeg het eens liefje.
PIPS!
(...)
Mama?
Laat me raden Bibi: PIPS?
PIPS!
Als ik het niet dacht...
Mama?
(…)
Mama???
(..tomtiedom..)
MAMA!!!
Jahaaaaaa???
PIPS!


(PIPS = Parkview International Pre-School)

zaterdag 24 april 2010

…Vakantie dus

Eind maart gingen wij dus (weer) op vakantie. Naar Maleisië dit keer, en maar liefst tweeënhalve week; we waren echt even weg. In een notendop: de eerste tien dagen smeerden we uit over de steden Kuala Lumpur, Melaka en Penang, de laatste week hingen we vooral aan het (oh zo ach en wee schaduwloze!) zwembad van een resort op het bounty-eiland Langkawi - slechts onderbroken door een tukje in de hotelkamer rond het middaguur en (afhankelijk van hoe Bibi’s pet stond) daarvoor of daarna een bezoek aan onze “vaste” Indiër (waar we weliswaar een keer - onaangekondigd - warm bier dronken omdat de ijskast het niet deed, waar te harde India-rap uit de boxen kwam, de vliegen niet weg te slaan waren en het bedienend personeel ons niet verstond, maar waar de kip tikka ZO lekker was, dat we dat allemaal graag voor lief namen).

Hoewel ik Maleisië vanuit Nederland eigenlijk nooit als vakantiebestemming heb overwogen (en Indonesië of Thailand bijvoorbeeld wel), was het hier ineens “in de buurt” en kwam het daardoor letterlijk en figuurlijk dichterbij. En het was zeer de moeite waard! In Indonesie vond ik de grote steden meestal niet echt leuk (of liever: meestal echt níet leuk) maar de Maleise steden die we hebben bezocht vond ik juist erg sfeervol, mooi en verzorgd. We zagen prachtige statige witte koloniale gebouwen, hypermoderne wolkenkrabbers maar ook traditionele Malay-style huizen; we wandelden door typisch Chineze en Indiase wijkjes, aten overal (meestal) allerlei heerlijks en waren verrast door de op het oog zeer rieleks aandoende multi-culti-samenleving bestaande uit Maleiers, Chinezen en Indiërs. Bauke en ik waren alletwee het meest gecharmeerd van Georgetown (zie foto’s) op het eilandje Penang, maar de andere locaties waren toch ook allemachtig prachtig leuk. Wij hebben dus wederom een geslaagde Aziatische vakantie achter de rug!

Uit vrees voor saaiheid laat ik het hierbij - met uitzondering van enkele eigenaardigheden die ik fotografisch heb vastgelegd en graag nog even apart onder de aandacht wil brengen:

Bauke's baard- en snorexperiment

Hollywood-man


Snor na twee weken baard

I don't wanna be alone - where is my baby?

Op onze laatste bestemming Langkawi kwamen wij onverwacht allerlei bekenden tegen. Kurt bijvoorbeeld! En ook een broer van Kurt (al herkende alleen Bauke die). Ik zag mijn eigen dubbelganger uit India rondlopen, maar dan lelijk(er). En (of all people!): Eartha Kitt, vergezeld door Newman (de postbode uit Seinfeld). (Bauke begon meteen te zingen toen hij haar zag: I don’t wanna be alone – where is my baby?) Een oude kop had ze wel, maar toch nog het lijf van een twintigjarige. Dagelijks zagen wij hoe zij - op naaldhakken en in string - haar nieuwste bruin liet fotograferen door Newman: langs de rand van het zwembad bijvoorbeeld, met één been bevallig naar voren gestoken, buik in, borst vooruit en een de hand achter het hoofd; of omgekeerd gepositioneerd in een ligstoel, haar hakjes tegen het hoofdeinde, haar haren fladderend boven het beton; kek springend op de zwembadrand of lieflijk tussen de bloemen. Niet te filmen: genieten geblazen!

Mieterse foto

Voor de kenners: Mix Omie en Incredibles?

woensdag 21 april 2010

dinsdag 20 april 2010

(Kreun)

Zo. Eerst maar eens wat foto's. Dat wilde niet meteen lukken (en dan druk ik me nog zeer eufemistisch uit), dus: morgen weer een dag. (Het wordt nog wat als onze nieuwe Apple hier straks staat.) Nu maar eens even buiten de benen strekken met Biebje. Foto's van onze laatste bestemming (Langkawi) volgen later, net als (bij voldoende inspiratie) tekst.

III: Georgetown, Penang

II: Melaka

I: Kuala Lumpur

maandag 19 april 2010

(Kuch)

Hallo! Daar ben ik weer eens. Ik overwoog even mijn blog maar op te heffen, omdat het me te langdurig bleef ontbreken aan inspiratie, de juiste spirit, energie, of hoe ik het dan ook maar moet noemen, maar omdat ik dat toch ook zo wat vond (vooral jammer en toch ook zonde) ga ik proberen de draad weer op te pakken. Wij zijn hier nu aan onze laatste loodjes begonnen en het zou natuurlijk wel leuk zijn als mijn blog in elk geval een staart aan zijn kop krijgt - en niet zomaar ergens in het niets eindigt.

Het ziet ernaar uit dat wij eind juli, begin augustus terug gaan naar Nederland. Eind juni zit Bauke’s taak in Hong Kong er op en dat willen we afsluiten met een langdurige vakantie “in de buurt”. Sri Lanka? En dan misschien de Malediven? China, opperde Kees – en dat is natuurlijk ook helemaal geen gek idee. En voordat het zover is, is er ook nog van alles te zien in Hongkong. Wat is de tijd toch gevlogen! Ik word er bijna weemoedig van. Met het einde in zicht, willen we onze weekeinds toch ook wat beter gaan gebruiken.

Hoewel het geen straf is om terug te gaan naar Amsterdam, had ik het toch ook geen straf gevonden om hier nog wat langer te blijven. Ik voel me eigenlijk net ingeburgerd. Misschien dat ik Jan of Thea’s advies (een studie, een baan, vrijwilligerswerk) dan wel zou opvolgen, want ik geloof dat ik het wel weer eens prettig zou vinden om (ook) betrokken te zijn bij iets anders dan mijn allerliefste man, mijn schetekind, en het huishouden, maar het is hier natuurlijk zeer comfortabel leven in een bijzondere stad.

Zucht. Enfin. We zijn nog niet weg natuurlijk.

Lieve Lezert: excuses voor mijn langdurige afwezigheid en bedankt dat u het toch weer eens probeert. Kom deze week nog eens terug: aan tekst & beeld van onze vakantie in Maleisië wordt gewerkt.

donderdag 11 februari 2010

De negentwintigste

Zit je het ene moment nog rustig met een kopje thee achter achter een boekje, gaat het volgende moment ineens het brandalarm af!

Een oefening? Die doen ze hier om de haverklap maar daarvoor klinkt het alarm deze keer eigenlijk te lang. Zenuwachtig zoek ik tevergeefs naar het nummer van de conciërge. Dan Bauke maar even bellen: die weet evenmin iets van een oefen-alarm. De liften zijn ook allemaal out of order: geen goed teken.

KUT! KUT! KUT!

Met Bibi onder mijn ene arm en mijn tas in een andere, ren ik de brandtrap af. Ruik ik nou rook? Ik ruik rook. Ja toch? Fuk zeg. Laat dit niet waar zijn, laat ons in elk geval veilig beneden komen, laat ons vandaag niet iets verschrikkelijks gebeuren. Ik ren de trap af. Mijn hart gaat als een razende tekeer. Bibi heeft in de gaten dat er iets mis is en klampt zich met haar armpjes stevig aan me vast.

Halverwege de brandtrap komen we op een loze verdieping terecht, een soort doolhof met met allemaal bordjes die in verschillende richtingen wijzen en ik weet niet welke kant we op moeten. Waarom heb ik deze route niet een keer proef-gelopen? Na een paar minuten rennen komen we weer bij een deur: alleen te openen bij brand. Ik open de deur en we schrikken ons het apezuur zo hard klinkt nu een (tweede) alarm, maar komen godzijdank bij het vervolg van de brandtrap terecht.

Nog tien, negen, acht zeven, zes, vijf, vier, drie verdiepingen. Nog twee, nog één: gered!

Onderaan de brandtrap, op straatniveau, staan een paar mensen op de lift te wachten. Wat is er aan de hand?, vragen ze, als ze mij met een hoofd als een biet met Bibi in alleen een rompertje op mijn arm uit de brandtrapruimte zien komen.

Als ik onze toren zes weer inloop, kijkt de conciërge me verbaasd aan: ben je nou helemaal naar beneden komen lopen? Het was vals alarm, iets met het warme weer waardoor het alarm afging. Ik kan mijn tranen niet bedwingen en krijg een zakdoekje (plus het telefoonnummer van de front desk, mocht er weer eens zoiets gebeuren.)

Thuis bel ik Bauke nog even, om hem te laten weten dat alles, weliswaar sjeekie en bezweet, maar goed is. “We hadden ook op de vierenzestigste kunnen wonen”, zegt hij. “Ja, of op de eerste”, antwoord ik, denkend aan ons appartement in de Ruysch.

Eind goed al goed, maar pfieuw zeg…

Het uitzicht is natuurlijk wel fantastisch, hier op de negenenwtintigste.

vrijdag 5 februari 2010

Lekkerdje

Bibi is having a blast



Ons Biebje gaat al de hele week naar school. PIPSHJ!!! roept ze thuis om de haverklap (PIPS, heet de school). Deze eerste week is het “wenweek”. Maandag en dinsdag een uurtje met Mama, woensdag en donderdag een uurtje alleen, en vandaag twee uur, ook alleen. Ik heb net even boodschappen gedaan en ga haar over drie kwartier weer ophalen.

Toen ik haar gisteren en eergisteren alleen in de klas achterliet (bij de juf natuurlijk, en bij de andere kindjes) gaf ze me een dikke kus en ging ze gewoon lekker spelen. En toen ik haar weer kwam ophalen, riep ze vrolijk “Mama!” en kreeg ik weer een lekkere natte knuffel. De andere nieuwe kindjes huilen hartverscheurend bij het brengen en halen (en blijkbaar ook tijdens de les), maar Bibi is having a blast! aldus juf Leigh na haar eerste uur alleen: ze zingt en ze danst en doet overal aan mee.

Dit is wat juf Leigh gisteren in Bibi’s Student/Parent/Teacher Communication Book schreef:

Dear parents,
Bibi can stay for two hours tomorrow. She’s having a great time in class and is very happy.
So tomorrow will be: 8.45am-10.45am.
Best regards,
Ms. Leigh

Vanochtend (na een toch zeer onstuimige nacht, de derde op een rij alweer, aiaiai caramba) wandelden en huppelden we samen hand in hand Row row row the boat-zingend naar school. We leken wel een slechte EO-serie.

Ach ons kleine moppie. We houden het in de gaten, maar Bibi lijkt op haar plek.







woensdag 20 januari 2010

Schaap

Gisteren met Bibi naar dokter So geweest: Hello mrs. Venderwoedie, what can I do for you?

Biebje is sinds zondag ziek. Koorts, hoest de longen uit haar lijf, loopneus. Klinkt als de leadzanger van een death metal band. Wil niet goed eten en drinken en zei gisteren ook ineens “auw” terwijl ze met haar hand naar haar oor greep.

Een oorontsteking en griep, goed voor een fles antibiotica, een flesje vloeibare paracetamol, een flesje ontstekingsremmers en een flesje anti hoest- en loopneusdrank.

Omdat ze in haar eigen bedje om de haverklap huilt vanwege pijn of een zoekgeraakte peem (speen), laten we haar ‘s nachts maar tussen ons in grunten, hoesten en draaien (en zien Bauke en ik er ‘s ochtends uit als de overige leden van de eerder genoemde metalband).

Deze week dus geen playgroup of andere leuke afspraakjes en ik vrees dat het op vrijdag geplande uitje naar Disneyland met Ryanne en Ruby ook moet worden uitgesteld, want vanochtend gaf de thermometer nog 39.2 aan.

Het schaap.

vrijdag 15 januari 2010

Die tas praat tegen je

Gisteren met Mickey naar “de twee laantjes” geweest: twee smalle winkelstraatjes in Central met kraampjes vol zaken waar de moderne vrouw van de wereld niet buiten kan: tassen, riemen, sjaals, schoenen, tassen, riemen, sjaals, schoenen en tassen, riemen, sjaals en schoenen. En alles echt voor niets – nouja, niet voor niets natuurlijk, maar wel voor weinig.

Ik ga niet opsommen waar ik allemaal mee thuis kwam (dat zou maar een verkeerd beeld geven) maar ik heb mijn slag geslagen. En ik niet alleen trouwens – Mickey kon er ook wat van.

We zeiden dingen als:

Die tas praat tegen je
Je naam staat erop
When in Rome, do as the Romans do
Als je er nou twee koopt, kun je afdingen
Hoezo: je kunt ze niet alledrie nemen?
Daar heb je nog jarenlang plezier van
Dat is ook gewoon leuk op een spijkerbroek
Zoiets kan in je kast eigenlijk niet ontbreken
Daar heb je altijd wat aan
Die kleur staat prachtig bij je ogen
Ik zou het gewoon doen
Als je dit niet doet, heb je morgen spijt


en hadden zo echt wat aan elkaar.

zondag 10 januari 2010

Hoe knap ik overal een uiltje?

Omdat het slaapdrama hier – weliswaar met ups en downs, want eerlijk is eerlijk, we hebben zojuist twee heerlijke nachten achter de rug: go Bibi go! - onverminderd voortduurt, en de rust, is het niet van linksom, dan toch van rechtsom moet komen, heb ik voor het einde van het jaar mijn leefgewoontes onder de loep genomen en voor 2010 hier en daar wat aanpassingen gedaan. Zo staat ons keukenkastje inmiddels vol met doosjes kalmerende en slaapverwekkende thee (tot ergernis van Bauke, die nu elke ochtend, op zoek naar koffie, allemaal doosjes op zijn hoofd krijgt), drink ik maximaal 3 koppen koffie per dag, heb ik cola zo goed als uit mijn dieet geschrapt en is wijn alleen voor het weekeinde gereserveerd – met mate.

Verder probeer ik probeer (onder het motto “pakken wat je pakken kan”) ‘s avonds weer wat eerder naar bed te gaan, heb ik nieuwe multivitamines aangeschaft (for specific needs) en ben ik nu dan toch echt voornemens mijn kadaver naar de sportschool te slepen (aargh). Tevens fluister ik mezelf af en toe zachtjes - heel Zen - een mantra toe als ik het even niet meer zie (Van Je Af).

Eén en ander lijkt zijn vruchten reeds wat af te werpen - al maakt één zwaluw natuurlijk nog geen zomer.

Verder vroeg ik me dit weekeind ineens af: kan ik niet op hoe-knap-ik-overal-een-uiltje-zelfs-te-midden-van-grote-mensenmassa’s-les bij een Chinees? Want in overal een uiltje knappen, zelfs te midden van grote mensenmassa’s, zijn Chinezen namelijk echt bijzonder goed. Zo kun je het nachtelijke tekort natuurlijk prima inhalen: in de metro (ook staand!), in de Ikea (op een KNUT-bed dat er toch staat), op de ferry, een bankje in het park, in de lift, gewoon langs de kant van de weg of natuurlijk niet te vergeten: op een lifeguardstoel in het zwembad!

Geen plek te gek voor een tukje.

Afgelopen vrijdagavond waren Bauke en ik naar een Schubert-concert. We hadden niet zulke goede plaatsen (we keken het orkest grotendeels vanaf rechts achteraan op de rug – zagen alleen de achterste blazers en de dirigent in het gezicht) en zo kwam het dat mijn gedachten zo nu en dan wat afdwaalden naar randverschijnselen van de voorstelling: de jas-rug-flappen van de mannelijke strijkers (netjes achter de zitting gedrapeerd of kreukelig onder de kont?), de schoenen van de dames (wie koos voor comfortabel, wie voor elegant?), gezichtsuitdrukkingen van de dirigent (een nogal gepassioneerd type, als je het mij vraagt) en: slapers in het publiek. In de minuut dat ik het voor mij zichtbare deel van het publiek even snel scande, telde ik er al acht! Zelfs op de eerste rij zat een Chinees, full frontal, hevig te knikkebollen in zijn stoel! “Ik zou ook wel een uiltje kunnen knappen”, fluisterde ik gapend tegen Bauke – maar ik deed het niet. Het moet me per ongeluk overkomen, zo’n slaapje en plein public, en dat gebeurt maar zelden, anders lukt het niet.

Ik heb ergens wel eens gelezen dat het begrip “privé-ruimte” Chinezen vreemd is, omdat ze met zoveel zijn en die ruimte er simpelweg niet is. Dat verklaart misschien ook waarom Chinezen zo goed in staat zijn om overal een uiltje te knappen, zelfs te midden van grote mensenmassa’s. Ik benijd dat.

Terug naar Schubert. Het concert was prachtig geweest en het publiek applaudiseerde luid en langdurig. Hier en daar klonk zelfs een jubel. Gek genoeg klapte de Chinees die op de eerste rij anderhalf uur had liggen knikkebollen het hardst van iedereen. “Nah! Zie je dat nou?”, zei ik verbaasd tegen Bauke. “Tja”, zei Bauke “hij heeft waarschijnlijk gewoon fantastisch lekker geslapen”.

maandag 4 januari 2010