Gisteren kwam Oeigoer langs om onze lekkende airco te repareren. (Oeigoer is de klusjesman van onze huisbaas, die Bauke en ik zo noemen vanwege zijn lengte. Of Oeigoeren langer zijn dan de gemiddelde Chinees weten we eigenlijk niet, maar Oeigoer spreekt alleen Chinees en we kennen zijn naam niet, dus als één van ons het over “die Oeigoer” heeft, weet de ander in elk geval over wie het gaat).
Gelukkig was de Chinese schoonmaakster er nog toen hij arriveerde, want hij wilde weten wat er precies loos was met de airco, alvorens het apparaat te repareren. Hoe lang hij had aangestaan, bijvoorbeeld, voordat het druppelen was begonnen. Toen hij dat eenmaal wist en hij zijn reparatieding had gedaan, was het dus wachten op het moment dat de airco weer begon met druppelen - of liever gezegd, dat zou laten.
De schoonmaakster was inmiddels weggegaan en daar stonden we dan, Oeigoer en ik, samen te kijken naar de airco. Hij bleef ondertussen doodleuk op z’n Chinees tegen me doorkletsen (terwijl ik toch meerdere keren in het Engels terug had gezegd dat ik echt geen Chinees spreek), dus na een minuut of wat haalde ik maar ‘es twee blikjes cola uit de ijskast en gaf er één aan hem. Een magisch moment volgde: hij knikte, opende zijn blikje, psshhhjj, nam een slok – en ineens verstonden we elkaar!
“Er is ook een lamp in de plafonnière die vervangen moet worden”, zei Oeigoer, wijzend naar de lamp aan het plafond waarin maar drie van de vier peertjes brandden. “Ja”, zei ik, “die is inderdaad al een tijdje stuk. Bij die andere lamp trouwens ook”. Ik deed ondertussen het andere licht aan en liet het hem zien. “Ik kan ze meteen wel even vervangen”, bood hij aan, terwijl hij een zachte klap gaf op zijn zelf meegenomen trapladdertje en nog een slokje cola nam. Lachend: “Ik ben er nu toch.” “Dat is heel aardig”, zei ik, “maar ik heb geen reservelampen in huis en ons Bibeltje ligt nou net te slapen, dus ik kan ze ook niet even gaan halen.” Ik zag hem nadenken. “Als het goed is”, zei hij, “liggen er nog een paar reserve-exemplaren in de badkamer van Bibi”. Hij liep erheen en wees op de kast waarin ze zouden moeten liggen. “Aah dat is waar ook!”, zei ik. “Die heb ik verplaatst naar de bijkeuken.” Ik ging ze meteen halen.
Ik gaf Oeigoer de reservepeertjes en hij stapte op z’n ladder om ze in onze plafonnières te draaien. “Eén van die reservepeertjes is stuk”, zei hij, terwijl hij op z’n ladder stond en het kapotte exemplaar hoofdschuddend in zijn hand hield. “Oh fuk, nouja jammer. Dan kan ik hem net zo goed meteen weggooien”, zei ik, terwijl ik lamp aannam en hem in de vuilnisbak gooide. Schouderophalend kwamen we tot de conclusie dat hij dus maar in één van onze plaffonières een nieuw peertje kon draaien. “Maakt niet uit”, zei ik, de lege peertjesverpakking in een laadje leggend, “ik haal binnenkort wel nieuwe. Toch bedankt”.
Oeigoer, die inmiddels weer op de grond naast me stond, keek nog eens naar de airco en stak zijn duim in de lucht: “Die doet het weer als nooit tevoren, hoor!” “Super zeg, dank je wel!”, zei ik, ook mijn duim in de lucht stekend. “Nou dan ga ik maar eens.” Hij liep richting voordeur, draaide zich nog één keer om en stak zijn hand op: “Later!” Ik zwaaide terug. “Mazzel hè! En dank nogmaals.”
Nah? Tssss!
Ongelukje
8 jaar geleden
he sanne,
BeantwoordenVerwijderenwat gezellig dat jullie ook op bali zijn. misschien zien we elkaar daar, en anders spreken we gewoon snel in HK af!
Groetjes Ryanne
He, die cursus kantonees wil ik ook! werkt het alleen met gewonen cola, of werkt cola light of zero ook :)
BeantwoordenVerwijderenYou have a happy home.^_^
BeantwoordenVerwijderen