zondag 31 mei 2009

Lanterfanten & luiwamessen

Vrijdag kreeg ik een telefoontje van So’s assistente: de uitslag van het lab was binnen, of ik kans zag om even langs te komen. Nee, het kon niet over de telefoon. Nou wist ik gelukkig dat ze je hier ook laten komen als er niks aan de hand is. Bauke had laatst namelijk hetzelfde. Ik in de stress want “ze laten je toch niet voor niks langskomen?” maar ik bleek de zaken teveel door mijn Hollandse bril te bekijken.

“Hello Mrs Do it!” zei So toen hij me zag.“How are you?” Ik vertelde hem dat ik me weer een stuk beter voelde waarop hij zei dat de antibiotica die ik had gekregen, ook zeer krachtig waren. “The only thing stronger is injections. Did I tell you about injections?” “Yes, yes”, zei ik “I really feel much better now.” So hing de foto’s van mijn borstkas op en liet me zien waar de chestinfection zat. Ik zag eigenlijk niet echt iets maar knikte toch. Hij gaf me nog wat fluimicil-tabletten mee en dat was dat.

‘s Avonds zijn we met z’n drietjes lekker gaan eten bij een Thai in onze straat. Bibi bunkerde als een uitgehongerde olifant. Ze houdt kennelijk van Thais want laatst, bij een andere Thai,smulde ze ook al zo. Thuis eet ze alleen drie doperwten- tenzij we patatjes, pizza of pannenkoeken eten. Zaterdag was ook het weer wat beter en zijn we erop uit gegaan naar Lantau island, waar je je met een skilift naar het dorpje Ngong Ping kunt laten brengen, om daar een gigantisch boeddhabeeld te bezichtigen. Een nogal toeristisch en kunstmatig dorp, maar toch een leuk uitstapje, vooral het ritje hoog en droog met veel uitzicht in de skilift was geinig. Weer thuis maakte Bauke volkorenpannenkoeken met spek en maple syrup en gingen we op tijd naar bed.

Vandaag is het weer grauw en grijs buiten. We maken ons niet te druk, lanterfanten en luiwamessen, knappen een uiltje als Bibi slaapt, lezen krant of boek en zetten nog maar eens een kopje koffie of thee. Om kwart over drie waren we gedoucht en in de kleren. Missie van de dag: bedenken wat we vanavond zullen eten en daar de boodschappen voor halen. Zo’n zondag dus. Heerlijk. Straks de lamskarbonaadjes de oven in schuiven, daarna misschien nog een filmpje op de buis en morgen weer back in business.

woensdag 27 mei 2009

Hokey Pokey

Ik voel me sinds vanmiddag weer wat beter. Gisteren toch maar even naar de dokter gegaan, omdat dat hier nu eenmaal zo hoort, ik me écht helemaal niet bie voelde en Bibi’s temperatuur bovendien ook licht fluctueerde. Dokter So dit keer, die praktijk houdt in Elements, het winkelcentrum waarop we wonen. Nadat hij zijn diagnose had gesteld (een chest infection: vermoedelijk een beginnende longontsteking) verving hij zijn mondkap voor een meer beschermend exemplaar en gaf mij er ook één. Vervolgens onderwierp hij me aan een soort mini-kruisverhoor: was ik Hong Kong de laatste tijd nog uitgeweest? Kende ik Amerikanen? Had ik contact gehad met Amerikanen? Had ik plaatsen bezocht waar Amerikanen waren? Nou, euh, ik had vorige week wel een internationale peuterspeelgroep bezocht, maar verder niks. International? Dat klonk toch een beetje verdacht. (Ik dacht dat het iets met Mexicanen was, maar enfin.)

Met Bibi was alles gelukkig in orde. Ik kreeg een antibioticumkuur en als mijn koorts na drie dagen niet zou zakken, moest ik terugkomen voor injections. So keek me diep in de ogen: I know you don't like injections. (Ik ben al twee keer bij dokter So geweest voor hepatitis-b vaccinaties, samen met man en kind. So is niet wat je noemt van het gevoelige soort. Terwijl ik hem van mijn fobie op de hoogte had gesteld en in zijn piepkleine praktijkruimte in horizontale positie juist net weer een beetje lag bij te komen van mijn injection, begon hij een griezelverhaal tegen Bauke af te steken: dat hij Bibi goed moest vasthouden, omdat anders de naald wel eens in haar arm zou kunnen afbreken en er ik weet niet wat allemaal voor ellendigs zou kunnen gebeuren. Om niet opnieuw helemaal beroerd te worden, heb ik halverwege zijn verhaal mijn vingers maar in mijn oren gestoken.) So stuurde me ook naar een lab voor röntgenfoto’s – just to be sure. Ze gaan me daar toch geen injections geven? vroeg ik nerveus. Je kunt immers nooit weten.

Het tripje naar Bejing hebben we maar even uitgesteld – dat kon gelukkig. Buiten regent het nog steeds, dus daar missen we niks aan. Gisteren hebben we afhaal gegeten, vanavond doen we dat weer, ik heb mijn boek bijna uit en Bibi zit vaker dan wenselijk voor baby-tv. Ze zwaait en roept baai baai naar roze konijntjes, klapt in haar handen en danst lachend mee met de hokey pokey. Het schaap. Mijn hart stroomt over van liefde als ik haar zo zie. En soms van schuldgevoel. Het is goed dat ik weer aan het opknappen ben.

maandag 25 mei 2009

Niet bie














In Nederland schijnt het heerlijk weer te zijn: mensen BBQ’en houden huwelijkse brunches in de tuin. Hier is het al dagen vreselijk nat en grijs. Daarnaast voel ik me niet zo bie. Het schijnt te heersen. Ik hou me koest want donderdag hebben we een korte vakantie naar Bejing op het programma staan en het zou toch jammer zijn… Voor morgen ook de kapper afgebeld, net nu ik er helemaal uit was wat het moet worden: gewoon het kapsel dat ik al heb, minus de dode punten. Kan ik het elke dag blijven opsteken, net zoals nu. Handig! Vorige week ter inspiratie nog wat kapselporno gekocht, maar dat zag er allemaal veel te bewerkelijk uit. Toch ook goed om te weten wat je niet wilt. Maargoed. Het wordt even niks met het blog. Ik zet Bibi voor baby-tv en ga zelf plat op de bank met een zoveelste kopje thee en mijn moederdagcadeau: Mao’s last dancer – een aanrader.

vrijdag 22 mei 2009

Keeping my cool

Zul je natuurlijk altijd zien: stort ik mijn hart uit over lompe Chinezen, houden ze ineens allemaal de deur voor me open. En de taxichauffeur (aan wie ik trouwens in het Chinees vroeg of hij alstublieft wilde stoppen – jawel!) bekommerde zich vandaag zelfs over mijn buggy. Ik kreeg er bijna wroeging van. Nouja. De uitzondering bevestigt de regel, zullen we maar zeggen – zie de reacties op Zero tolerance. Vandaag (op aanraden van Bauke) nog eens even door mijn China-voor-buitenlanders-boekjes gebladerd en het voordring-gedrag wordt zowel in Bettine Vriesekoops Bij de Chinees als in de Cultureshock-gids Hong Kong genoemd.

Zo zegt Bettine:
Chinezen dringen voor, duwen in de lift, in de bus of in het vliegtuig. Ze hebben geen enkele moeite met nabijheid of aanrakingen en hebben daar geen seksuele gevoelens of associaties bij.

In de cultureshockgids lees ik:
It’s not only that people feel it essential to arrive at their destinations in a hurry, they actually need to get there ahead of everybody else.

En:
Getting into an elevator or lift is a serious challenge. First of all (…) there will be a crowd assembling. (…) When the thing arrives, the people inside will be pushing their way out, and your companions will be pushing their way in. Do not be horrified at this display of bad manners: there is so little space in Hong Kong, and so many people, that, if you do not rush ahead and take up the space, you will lose it to someone else. And since the concept of private space is alien to Hong Kong, no one minds being crowded. Just do not lose your cool when everyone in your elevator crowd pushes the button at least a dozen times.

Just do not lose your cool… Juist. Daar moet ik maar eens aan gaan werken - en dat is niet grappig bedoeld.

Het ís natuurlijk ook allemaal een kwestie van cultuur. Omdat Hong Kong er aan de buitenkant zo “modern & westers” uitziet, vergeet ik zo nu en dan dat we helemaal in China wonen - waar de dingen er anders aan toe gaan, omdat het nu eenmaal een andere cultuur is. Aan sommige dingen doe je mee - zoals schoenen uit in huis – en van andere dingen denk je: nou… nee – zoals havermoutpap met ansjovissmaak. Al met al is het hier natuurlijk niet beter of slechter dan “thuis”, maar anders (en soms een beetje viezer – dat wel).

In het specifieke geval van voordringen is het waarschijnlijk het beste om voortaan te doen als de Chinezen en me daarbij niet te laten beperken door mijn BBB-situatie (Bibi in Buggy & Boodschappen), maar deze juist als een krachtig stootwapen te gebruiken in liften, metro’s, winkels en andere openbare Hongkinese gelegenheden – uiteraard zonder daarbij mijn cool te verliezen.

woensdag 20 mei 2009

Zero tolerance

Grappig hoor! Door zo’n verhuizing naar een ver land leer je ineens allerlei nieuwe dingen over jezelf. Dat ik niet altijd even tolerant ben bijvoorbeeld, ten opzichte van mensen met andere gewoontes en gebruiken. Ik dacht altijd dat ik heel ruimdenkend was, maar dat valt dus tegen. Omdat Bauke extreem tolerant is, springt dat ook nog eens extra in het oog. Sterker nog: Bauke’s hoge tolerantieniveau werkt bij mij soms zelfs tolerantieverlagend omdat hij - als ik me erger - vindt dat ik me niet zo zou moeten ergeren (dat zegt hij dan niet met zoveel woorden, want zo verdraagzaam is hij, maar ik ken hem inmiddels) waardoor ik extra geërgerd raak. Of zoiets.

Hoe dan ook, de kwalificatie “Tolerante Nederlander” gaat voor mij dus niet op. Maar alles is natuurlijk ook weer relatief, het is maar net wat of wie je ertegenover stelt. Zo ben ik er sinds onze verhuizing naar Hong Kong bijvoorbeeld tevens achter dat ik helemaal geen lompe Hollander ben. Hoezo trouwens: “lompe Hollanders”? Chinezen: die zijn pas lomp! Ze dringen voor, duwen je opzij en doen of je niet bestaat. Het is werkelijk met geen pen te beschrijven - al zal ik natuurlijk toch een poging wagen. Negen van de tien keer dat ik me hier erger, erger ik me aan het gedrag van een lompe Chinees.

Bijvoorbeeld?

1 Een Chinees laat de deur achter zich in mijn gezicht dichtvallen, terwijl ik met twee volle booschappentassen, een kind in kinderwagen en een ontploft hoofd aan kom strompelen.

2 Ik sta in mijn eentje op een lift te wachten met twee volle boodschappentassen en een kind in kinderwagen. Na een tijdje staan er ook een stuk of wat Chinezen. Als de lift komt, duwen ze mij, mijn kind in kinderwagen en mijn twee volle boodschappentassen opzij, om vóór mij de lift in te kunnen gaan.

3 Ik sta, met alweer twee volle boodschappentassen en een kind in kinderwagen, te wachten op de metro. Als de overvolle metro arriveert, werpt iedereen zich vóór mij in de metro. Zelfs als mijn kind in kinderwagen inmiddels ín de metro staat, en ik nog half daarbuiten op het perron, proberen Chinezen zich nog tussen mij en mijn kind in kinderwagen te wurmen om vóór mij de metro in te kunnen.

4 Ik sta dus met die twee volle boodschappentassen en een kind in kinderwagen in de metro. Als ik mijn bestemming heb bereikt en de metro wil verlaten, klimmen mensen achter mij over mij, mijn kind in kinderwagen en mijn twee volle boodschappentassen heen, om de metro eerder uit te kunnen dan ik - terwijl Chinezen voor mij op het perron hetzelfde doen, maar dan om de metro ín te komen.

5 Ik neem een taxi. Ik moet de kinderwagen inklappen en de taxi in krijgen en ondertussen zorgen dat Bibi niet in d’r eentje wegwandelt en ergens een portie gebakken kippenvoeten bestelt. De chauffeur blijft op zijn Chinese krent zitten en kijkt ondertussen over zijn schouder toe hoe ik dit ga klaarspelen.

6 Zelfde als bij 5 - maar dan bij het uitstappen.

7 Ik, want geen lompe Chinees maar zeer attente Hollander, houd de deur open voor een Chinees achter mij. Die doet vervolgens alsof ik de deurman ben en loopt zonder blikken of blozen door terwijl ik verbaasd achterblijf – met de deur nog steeds in mijn hand.

8 Ik sta (nota bene als enige!) in een winkel bij de kassa om iets af te rekenen. Een aangewandelde Chinese dame acteert dat ik er niet ben en dringt voor.

9 Ik sta bij een stoplicht te wachten op groen. Mensen die aan komen lopen sluiten niet achter mij aan, maar gaan voor mij staan, zodat ze eerder kunnen oversteken dan ik. Omdat ik al min of meer op de stoeprand sta en ik uit principe niet naar achter wil uitwijken, betekent dit dat mijn neus in het haar van een Chinees wordt gedrukt – wat de Chinees overigens niet lijkt te deren.

(10 Bauke zegt: “Het is nu eenmaal een andere cultuur”.)


Ik overdrijf niet. Echt niet. Eerlijk niet.

Ergernissen (1 tot en met 9) schijnen bij het integratieproces te horen, dus die moet ik als expat-vrouw misschien voor lief nemen. Maar omdat ik behalve intolerant ook licht ontvlambaar ben, moet ik daarnaast regelmatig de neiging onderdrukken om eens flink om me heen te meppen - en dat kan toch niet helemaal de bedoeling zijn. In de praktijk hou ik me natuurlijk in en blijft het bij binnensmonds gegrom in het Nederlands (“hmppffgrr… lekker attent die Chinezen”) en een vinnige blik richting de lompe Chinees in kwestie: een Gezonde Hollandse Reactie, zou je zeggen, maar omdat het tonen van negatieve emoties in het openbaar hier not done is, ga ik daarmee eigenlijk al over de grens van het betamelijke heen.

Enfin. Het valt soms niet mee hoor. En als ik me dan een beetje wil beklagen bij mijn echtgenoot (omdat het gewoon ontzettend ongezond is om je niet te uiten) en hij reageert met “het is nu eenmaal een andere cultuur”, dan denk ik wel eens: ik ga geloof ik maar met mijn beruhigende Lavendel Anti-Stress-Erlebnis in een heet bad zitten, medeleven zoeken bij mijn intolerante grote teen.

Maar verder hebben we het hier natuurlijk heerlijk met elkaar.

zaterdag 16 mei 2009

Darling sausage

Allereerst: hartelijk dank voor de leuke reacties op bloghomies! Gezellig hoor. Richard: je hebt me wel nieuwsgierig gemaakt naar dat via via. Vond op het blog van A. (die ik voortaan gewoon Ans zal noemen) trouwens een paar gadgets waarmee bezoekersaantallen geteld kunnen worden (zelfs gerangschikt naar land van herkomst) dus die heb ik vanochtend ook maar gedownload. (In de hoop dat ik daar goed aan heb gedaan. Als het nou erg tegenvalt, dacht ik, dan moet ik ze maar weer verwijderen.)

Iets heel anders: vanochtend kwam de (sinds vorige week) potentiële oppas op bezoek om met Bibi en Bauke kennis te maken. Ze is Engels, noemt mij darling en Bibi sausage, en we hebben er wel een goed gevoel over. Ik geloof dus dat we met elkaar in zee gaan. We willen nog wel even haar referentie nabellen, maar als dat goed zit, gaat Bibi voortaan op dinsdag en donderdag met haar naar Pips. Bibi en ik zijn trouwens afgelopen vrijdag naar weer een hele andere playgroup geweest (waarover ik getipt was) met een “binnen” en een hele grote tuin met allemaal speelattributen. De kinderen doen daar gewoon lekker waar ze zin in hebben, terwijl de ouders hun kroost in de gaten houden, een kopje koffie drinken en een beetje met elkaar kletsen. Niks geen gareel. Voor alle betrokkenen erg gezellig, dus ik denk dat ik onze sausage daar dan voortaan zelf mee naar toe neem op vrijdag.

Dan nog een laatste haar-update. Bauke laat het zijne op dit moment knippen – volgens mij al voor de derde keer sinds we hier zijn. Hij gaat voor vier euro naar een Chinees die alleen Cantonees spreekt en komt daar dan helemaal tevreden van terug. Wat heerlijk moet het soms toch zijn om een man te zijn! Ik ben nog steeds niet geweest, en dat komt niet door het gebrek aan een oppas. Ik laat mijn coupe cat nu lekker groeien en overweeg in augustus een knipbeurt bij mijn eigen vertrouwde Amsterdamse Jantien. Maargoed. Niets zo veranderlijk als plannen met haar, dus tot die tijd is uiteraard ook weer alles mogelijk.

woensdag 13 mei 2009

Bloghomies

Zo’n blog is soms een beetje als een bodemloze put. Je stopt er wat in en je hebt geen idee waar het allemaal terecht komt. In principe is iedereen met een pc en internetverbinding natuurlijk een potentiële bezoeker – al maak ik me wat dat betreft uiteraard geen illusies. Ik heb eens zitten studeren, maar behalve dat je kunt zien hoe vaak je profiel is bekeken (tenminste: ik heb gemerkt dat de teller 1 klik soms als 10 klikken opneemt, terwijl hij andere klikken helemaal niet registreert), kun je volgens mij geen “kijkcijfers” opvragen. Daarom is het ook altijd zo leuk als mensen zo nu en dan een reactie achterlaten.

(Zoals mijn homie Ed Hardy, die gisteren het volgende berichtje postte bij Top spenders:

I've just browsed your blog, I apprecitated your fluent expression and style. May one day we will make friends with each other by the help of internet.ed hardy
buy ed hardy
cheap ed hardy


Kijk dat bedoel ik nou. Ik weet niet of iemand zich good girl nog kan herinneren die, naar aanleiding van You’re a vegetable, reageerde met: “your blog is feelgood” – maar dit soort reacties worden door mij dus zeer op prijs gesteld.)

Nou moet ik toegeven dat ik zelf ook wel eens in gebreke blijf. Zo ben ik bijvoorbeeld een trouwe volger van het blog van A. (die samen met C. in Hong Kong woont, en daar een gelijknamig blog over bijhoudt) zonder dat A. dit zelf weet. Hoe ik op de hoogte ben van A.’s blog? Via R., die ik ken van de NL vereniging - en op haar eigen blog een linkje naar A. heeft gezet. (Nu ik erover nadenk, het wordt tijd dat ik eens uit de kast kom en een reactie op A’s blog plaats. Ik begin me ineens toch een beetje pervers te voelen.)

Hoe dan ook: dit bewijst dus maar weer dat iedere gek met een pc en internetverbinding je blog wel eens zou kunnen lezen. Bauke vindt daarom ook dat ik soms teveel van mezelf prijs geef. Zo’n foto van mij als konijn (Where is the bunny?) vindt hij bijvoorbeeld echt niet kunnen. (Die foto was in eerste instantie veel erger. Ik had hem ‘s ochtends genomen, vlak nadat ik uit bed kwam: mijn haar helemaal cat en mijn hoofd zonder make-up. Ik keek extra uiig in de lens en klikte toen. Het resultaat was niet best. Vervolgens tekende ik er een paar oren op en plaatste hem - heel overmoedig - op mijn blog. Na Bauke’s commentaar – “dit is wel heel erg” via Skype, vanaf zijn werk - heb ik zoveel extra’s op die foto getekend dat ik er zelf min of meer onherkenbaar van werd.)

Misschien heeft Bauke wel gelijk hoor, maar anders is de lol er wat mij betreft ook wel snel af. En ondertussen probeer ik wel degelijk rekening te houden met over en voor wie ik schrijf – mij al dan niet bekend. Ik bericht bijvoorbeeld niet over echtelijke intimiteiten, vloek alleen als het echt nodig is en zal nooit onze naw-gegevens bekendmaken. Maar soms denk ik achteraf natuurlijk ook wel eens: nee, dat had ik toch niet moeten doen. Dat was eigenlijk niet écht leuk. Om het er dan af te halen, dat vind ik dan ook weer zo wat, maar ik ben wel opgelucht als het bericht naar mijn archief wordt verplaatst. Bij deze dan ook: sorry Ineke. Volgend jaar stuur ik je een leuke kaart.

maandag 11 mei 2009

Top spenders

Gisteren moederdag en Bauke had er (alweer! En dat met zijn zwakke gestel!) aan gedacht. Hoe attent! Onzin natuurlijk dat moederdag, maar toch erg vervelend als ze er niet aan denken. Van Bibi weliswaar al een Pips-knutselwerkje gekregen, maar dat telde niet echt. Dat was namelijk van míjn hand (terwijl mijn andere hand Bibi ondertussen bij haar nekvel vasthield om te voorkomen dat ze het klaslokaal afbrak).

Nou ik er weer over nadenk: wat was Bibi eigenlijk een draak afgelopen donderdag! Alleen tegen mij hoor, voor de overige aanwezigen was ze allerliefst, inclusief kusjes, lieve lachjes en grote twinkelogen… Het schrijnendste was nog dat we in het kader van moederdag de hele les door de liefde van moeder voor kind en vice versa moesten bezingen (I love mummy, Mummy loves me), waarbij het de bedoeling was dat moeder en kind die liefde bezegelden door elkaar tijdens het zingen liefdevol te omarmen. Daar kwam natuurlijk niks van in. Een klap kon ik krijgen. En een beet in mijn vinger.

Maargoed, zondagochtend had ik weer een heel ander kind en werd ik op bed geknuffeld en verrast met pakjes. Van Bauke kreeg ik (terwijl ik zijn moeder niet eens ben) een roman die zich tijdens de culturele revolutie van Mao afspeelt en van Bibi kreeg ik ook een boek, met allemaal leuke illustraties, over een magische moeder. Hartverwarmend allemaal! “Wat lief dat je eraan hebt gedacht!”, prees ik mijn man. “Nou, dat kon bijna niet missen met al dat moederdaggedoe hier”, zei die, een beetje misprijzend.

Tja.

Wij wonen tegenwoordig in Shopcity. De Hongkinezen shoppen alsof hun leven ervan afhangt. Niets menselijks is mij vreemd, ook ik kan me prima winkelend vermaken (ik ben ten slotte een vrouw), maar die Honkinezen… Een dag niet geshopt is een dag niet geleefd - en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Zo was het volgende bericht vanochtend in The Standard te lezen (klik op de afbeelding voor een vergroting):





Voor alle duidelijkheid: Elements, het winkelcentrum waarboven wij wonen, heeft een “Top-spender-200” samengesteld en een “Top-spender-award” uitgereikt. Een Top-spender-award! En alsof dat nog niet genoeg is om je over te verbazen: de nummer 1 op deze lijst, Shirley Chung, heeft in Elements negentigduizend euro uitgegeven. Negentigduizend euro! Daar zal Shirley wel even mee bezig zijn geweest denk je dan, maar nee hoor: slechts 1 maand en vijf dagen. (En nee, er zit geen autodealer in Elements. Wel allemaal hele leuke kledingzaakjes enzo.)

Gegege.

Maargoed. Eerlijk is eerlijk, dat moet ik er wel bij zeggen: de meetperiode liep van 1 oktober tot 5 november 2008. Kerst zat er natuurlijk aan te komen, dus de omstandigheden waren er ook wel een beetje naar.

woensdag 6 mei 2009

Swine flu

Maandag kwam Bauke niet lekker en koortsig thuis. Overdag, aan de telefoon met zijn Nederlandse collega, had hij al gegrapt dat hij een klein krulstaartje voelde aangroeien…

Dat soort grapjes kun je tegen een Hongkinees niet maken. Was het, met Sars nog vers in het geheugen, vóór die varkenstoestand al zo dat bacillen en virussen als de pest werden gemeden; door dat ene bevestigde geval van swineflu is hier nu min of meer de noodtoestand uitgeroepen. Gisteren bleef Bauke, nog steeds niet lekker en koortsig, thuis. Normaal gaat hij nog niet naar de dokter als hij half dood is, maar nu kon hij er niet onderuit: iedereen is panisch voor die flu. Nog geen uur nadat hij zich had ziekgemeld, kreeg hij al allerlei telefoontjes en sms’jes van zeer bezorgde collega’s. Is it swine-flu? Zelfs de hoogste baas hing twee keer aan de telefoon. (Ten overvloede: Bauke werd door de dokter swineflu-vrij verklaard.)

Op 1 mei kreeg ik om half twaalf ‘s avonds een sms van Vodafone: Breaking news: Government raises flu alert level to “emergency” from “serious” as HK confirms first H1N1 case. Sindsdien is iedereen in rep en roer. De kranten staan er vol van, ik heb al twee emails van Pips gekregen over te verwachten maatregelen, Bauke heeft aangepaste hygiënevoorschriften op zijn werk (zoals: de wc doortrekken met de bril naar beneden); in onze flat liggen voor alle deuren desinfecterende matten; publieke ruimtes worden met nog grotere regelmaat schoongemaakt en je ziet ineens veel meer mensen mondkapjes dragen. Ik moet toegeven: de paniek werkt aanstekelijk. Zo vond ik het gek genoeg helemaal zo gek nog niet dat Bauke gisterochtend toch even naar de dokter ging. Je weet maar nooit. En met ons Biebje enzo. Laat maar even naar kijken. Terwijl er hier natuurlijk veel grotere gevaren zijn.

Toen ik maandagavond in een minibusje op weg naar Cantonese les was, en het zweet me weer eens in de handen stond, bedacht ik me bijvoorbeeld dat het veel waarschijnlijker is dat ik door een minibus-helldriver in het verkeer te pletter knal dan dat ik aan die swineflu bezwijk. Ik kijk vaak gewoon maar niet op de weg voor ons en probeer aan andere dingen te denken – dat moeten die Hongkinezen haast ook wel doen. Maar als het om bacillen en virussen gaat, zijn ze daar ineens heel slecht in.

Gisteren werden Bibi en ik bij de poort van Pips direct opgevangen door twee dames, waarvan de één ons een pistool tegen het hoofd drukte (om onze temperatuur te meten), terwijl de ander onze handen desinfecteerde. Nog geen halve minuut later, in de klas, moesten we meteen weer onze handen wassen. Het was maar goed dat ze die email gestuurd hadden, was ik vast een beetje geestelijk voorbereid. Toen de les voorbij was en we weer via de voordeur naar buiten wilden, werden we gesommeerd het pand door de nooduitgang te verlaten, om de stroom van in- en uitgaande mensen (lees: potentiële virusdragers) te structueren.

Je moet Hong Kong ten tijde van Sars hebben meegemaakt om het te snappen, zei mijn juf Cantonees. Alle restaurants waren leeg, niemand ging zonder mondkapje de straat op, iedereen was angstig. Uiteindelijk overleden er 300 mensen. (En dan was er ook de vogelgriep eind jaren negentig: nog steeds hangen in elk metrostation posters met hygiënevoorschriften om die griep tegen te gaan.) Voorkomen is beter dan genezen, dat is natuurlijk zo. En ik wil als onwetende Hollander ook niks bagatelliseren of belachelijk maken, maar soms heb ik toch de neiging om heel even zachtjes… Knor, knor. Knor.

dinsdag 5 mei 2009

Ons blok






















Zondag vanaf de boot naar Macau een foto gemaakt van "ons blok". Het was een beetje heiig. Onze flat is die meest rechts (zie pijl). Helemaal links wordt al vier jaar gebouwd aan het langste gebouw (436 meter) van Hong Kong, ICC, het International Commerce Centre, dat klaar moet zijn in 2010. De oranje "gevel" op de begane grond is een ingang naar Elements, een shoppingmall met o.a. veel grote merken, de eco-super, verschillende restaurants, een bioscoop en een ijsbaan. Eronder is het station met de metro en trein; erop (tussen de gebouwen) een publieke open ruimte met o.a. een grote speeltuin, grasvelden, een plein met restaurants en terrasjes en Biebjes playgroup.

maandag 4 mei 2009

3 mei: tripje Macau & Bibi loopt!

(Door op de vier pijltjes rechtsonder in het scherm te klikken - nadat je de slideshow hebt gestart- verschijnen de foto's in een groot scherm.)

vrijdag 1 mei 2009

Blogmoeder

Hmpfgrr… Eergisteravond knoop doorgehakt: de babysitter wordt het toch niet. Eén van de twee referenties was namelijk niet helemaal je van het, een beetje onaangenaam zelfs. Ook het antwoord op mijn tweede mail, waarin ik nog wat doorvroeg, stelde ons niet geruster. Subjectief natuurlijk, maar toch, we hebben het wel over ons Bibeltje. En dan is “het valt waarschijnlijk wel mee met die oppas” gewoon niet goed genoeg. Zo’n beetje een hele nacht van wakker gelegen. “Bauk?”, fluisterde ik om een uur of 4, “ik zorg zelf wel voor ons Bibeltje hoor. Ik zie het niet zitten.” Verder zoeken dus maar weer. Het moet wel goed voelen.

Ondertussen moet ik er een beetje voor waken geen achter mijn PC vastgeplakte, over het net surfende blogmoeder te worden. Dat bloggen is natuurlijk prima - mits ik niet teveel foto’s van bedenkelijk allooi op mijn blog plaats - maar dat surfen... Een paar dagen geleden blies ik mijn facebook-account weer eens nieuw leven in. Ik deed er nooit iets mee en had maar twee vrienden, waaronder Gitta, die me ooit had aangespoord een account aan te maken. Ik wist eigenlijk niet eens meer dat ik op facebook zát, totdat ik een paar weken geleden ineens twee mailtjes kreeg van andere facebook-leden die mij als vriend wilde toevoegen. Omdat ik mijn inloggegevens inmiddels ook al een eeuw kwijt was, liet ik het er maar bij zitten. Maar toen één van de twee emailadressen die de (inmiddels ex-) potentiële babysitter ons van haar eerdere werkgevers opgaf niet meer werkte, en ik die ex-werkgever al googelend wel op dat facebook tegenkwam, besloot ik toch maar nieuwe inloggevens aan te maken (want vereist om iemand te benaderen). En omdat ik toen toch eenmaal was ingelogd, meteen maar een beetje zitten pielen. Testje gedaan (zag ik bij een van mijn facebookvrienden) waaruit blijkt dat ik in het diepst van mijn wezen eigenlijk een Amerikaanse ben; mailtjes gestuurd naar andere mij bekende facebookleden om te vragen of ze mijn facebookvriend willen worden; zitten gluren in vriendenlijsten van vrienden van vrienden van vrienden - en ineens waren er uren voorbij gevlogen! Mijn Cantonees was er helemaal bij ingeschoten en dat is natuurlijk niet de bedoeling.

Erop uit, dacht ik dus, toen mijn prikkende muisarm mij weer aan de echte wereld herinnerde. Ik had via een collega van Bauke twee vrijkaartjes voor een spiegeltjes & kraaltjesbeurs in Wan Chai gekregen. Niet dat ik daar nou echt wat te zoeken had, maar zo kom je nog eens ergens. Na een uur van overvolle metro’s, liften & loopbruggen waren Bibi en ik ter plaatse. Mochten we er niet in! Tenminste: ik wel, Bibi niet. Verboden voor kinderen onder de 18, zei de kaartjesknipper, die mij met een halt-gebaar bij de ingang staande hield. Hij wees op kleine lettertjes achterop het toegangskaartje en inderdaad, daar stond het: persons under 18 will not be admitted. De tekst ging zelfs vergezeld van een plaatje: een groot poppetje en een klein poppetje met een streep erdoorheen. Why? “Those are the rules.”

Grrrom. Op de terugweg was ik ineens een stuk assertiever bij het in- en uitstappen van overvolle liften en metro’s. Ik reed zelfs een keer per ongeluk expres met de bugaboo over de voeten heen van iemand die voordrong bij het verlaten van de metro. Sorry! - riep ik met een verontschuldigende glimlach op mijn gezicht. Het was al een oud mannetje en hij liep een beetje mank ook, maar ik had geen zin meer om me de kaas van het brood te laten eten en bovendien, hij mocht dan oud en kreupel zijn, hij hoefde nog heen moeder met kind in kinderwagen aan de kant te duwen. (Wie dit wreed en harteloos vindt klinken: kom je hier maar eens verplaatsen - dan piep je wel anders.)

Terug op Sorrento-grondgebied nog even de speeltuin in geweest met Bibi, die daar ineens hele enden begon te lopen! Een beetje wiebelig nog, maar ze maakte echt meters en werd er helemaal blij en giechelig van – ik ook trouwens. Ik zie het haar nu elke dag beter doen. Op dit moment loopt ze al ruim een kwartier door ons appartement achter haar eigen miniwandelwagentje. Van de slaapkamer naar de woonkamer naar de keuken – en terug. Steeds weer. De scheet. Nog even en ze loopt gewoon helemaal los. Kijk, dat maak je dan allemaal weer wel mee als fulltime blogmoeder.