woensdag 6 mei 2009

Swine flu

Maandag kwam Bauke niet lekker en koortsig thuis. Overdag, aan de telefoon met zijn Nederlandse collega, had hij al gegrapt dat hij een klein krulstaartje voelde aangroeien…

Dat soort grapjes kun je tegen een Hongkinees niet maken. Was het, met Sars nog vers in het geheugen, vóór die varkenstoestand al zo dat bacillen en virussen als de pest werden gemeden; door dat ene bevestigde geval van swineflu is hier nu min of meer de noodtoestand uitgeroepen. Gisteren bleef Bauke, nog steeds niet lekker en koortsig, thuis. Normaal gaat hij nog niet naar de dokter als hij half dood is, maar nu kon hij er niet onderuit: iedereen is panisch voor die flu. Nog geen uur nadat hij zich had ziekgemeld, kreeg hij al allerlei telefoontjes en sms’jes van zeer bezorgde collega’s. Is it swine-flu? Zelfs de hoogste baas hing twee keer aan de telefoon. (Ten overvloede: Bauke werd door de dokter swineflu-vrij verklaard.)

Op 1 mei kreeg ik om half twaalf ‘s avonds een sms van Vodafone: Breaking news: Government raises flu alert level to “emergency” from “serious” as HK confirms first H1N1 case. Sindsdien is iedereen in rep en roer. De kranten staan er vol van, ik heb al twee emails van Pips gekregen over te verwachten maatregelen, Bauke heeft aangepaste hygiënevoorschriften op zijn werk (zoals: de wc doortrekken met de bril naar beneden); in onze flat liggen voor alle deuren desinfecterende matten; publieke ruimtes worden met nog grotere regelmaat schoongemaakt en je ziet ineens veel meer mensen mondkapjes dragen. Ik moet toegeven: de paniek werkt aanstekelijk. Zo vond ik het gek genoeg helemaal zo gek nog niet dat Bauke gisterochtend toch even naar de dokter ging. Je weet maar nooit. En met ons Biebje enzo. Laat maar even naar kijken. Terwijl er hier natuurlijk veel grotere gevaren zijn.

Toen ik maandagavond in een minibusje op weg naar Cantonese les was, en het zweet me weer eens in de handen stond, bedacht ik me bijvoorbeeld dat het veel waarschijnlijker is dat ik door een minibus-helldriver in het verkeer te pletter knal dan dat ik aan die swineflu bezwijk. Ik kijk vaak gewoon maar niet op de weg voor ons en probeer aan andere dingen te denken – dat moeten die Hongkinezen haast ook wel doen. Maar als het om bacillen en virussen gaat, zijn ze daar ineens heel slecht in.

Gisteren werden Bibi en ik bij de poort van Pips direct opgevangen door twee dames, waarvan de één ons een pistool tegen het hoofd drukte (om onze temperatuur te meten), terwijl de ander onze handen desinfecteerde. Nog geen halve minuut later, in de klas, moesten we meteen weer onze handen wassen. Het was maar goed dat ze die email gestuurd hadden, was ik vast een beetje geestelijk voorbereid. Toen de les voorbij was en we weer via de voordeur naar buiten wilden, werden we gesommeerd het pand door de nooduitgang te verlaten, om de stroom van in- en uitgaande mensen (lees: potentiële virusdragers) te structueren.

Je moet Hong Kong ten tijde van Sars hebben meegemaakt om het te snappen, zei mijn juf Cantonees. Alle restaurants waren leeg, niemand ging zonder mondkapje de straat op, iedereen was angstig. Uiteindelijk overleden er 300 mensen. (En dan was er ook de vogelgriep eind jaren negentig: nog steeds hangen in elk metrostation posters met hygiënevoorschriften om die griep tegen te gaan.) Voorkomen is beter dan genezen, dat is natuurlijk zo. En ik wil als onwetende Hollander ook niks bagatelliseren of belachelijk maken, maar soms heb ik toch de neiging om heel even zachtjes… Knor, knor. Knor.

1 opmerking:

  1. Tis ook wel een beetje t varken op het spek binden.. Drie van der woudes van origine varkentje (allen in t chinese jaar van t varken geboren, waarvan een absolute verkensfan (ik noem een knorretje) en gecertificeerd varkensknuffelaar (diploma behaald in t beloofde varkensland). Je weet zeker dat dat krulstaartje er niet zit?
    Dr Venus?

    BeantwoordenVerwijderen