Gisteren was Oeigoer (die, zo weet ik sinds eergisteren, trouwens mister Cheng heet), hier. De airo lekte namelijk weer. Of moet ik zeggen: nog steeds? Hij kwam samen met een collega-klusjesman, die de losgelaten vineerlaag van de eettafel moest herstellen. Hij zou er om drie uur zijn, dus toen er om vier uur nog steeds niemand was, belde ik maar eens met onze makelaar annex Engelssprekende tussenpersoon bij klusjes, meneer Hui: “Sannie, I call mister Cheng right now.”
Vijf minuten later werd er aangebeld door mister Cheng (FKA Oeigoer), met een gloednieuw laddertje over zijn schouder en in zijn kielzog dus die collega klusjesman. Mister Cheng keek eerst naar de plaffonière (waarin hij waarschijnlijk nog steeds een niet-werkend peertje verwachtte aan te treffen, maar dat had manlief inmiddels vervangen) en overhandigde me vervolgens lachend een plastic tasje waarin drie nieuwe peertjes zaten. De schat! Ik vergaf hem het uur wachten meteen. Vervolgens begonnen de mannen aan hun kluswerk. De woonkamer was deels onklaar gemaakt en Bibi lag te slapen, dus ik ging maar een beetje buizen. HBO had een film met Tom Selleck (hoe zou die man er zonder snor uitzien?) waarvan ik weinig begreep omdat ik het volume niet te hoog wilde zetten en de ondertiteling in het Chinees was, maar ik moest wat.
Cheng & Co klusten dus, en na een half uur, drie kwartier liet Cheng me, weliswaar in het Chinees, maar toch luid en duidelijk weten dat het wel eens tijd werd voor een drinkedrankje van het één of ander. Nou da’s ook wat, dacht ik, maar maak van je hart vooral geen moordkuil. Ik had met die cola de laatste keer kennelijk een precedent geschapen, en misschien was het wel Chinees gebruik (al leek me dat eigenlijk niet) of, nouja, hoe dan ook. Verbouwereerd liep ik naar de keuken, gevolgd door mister Cheng. Ik opende de ijskast en terwijl Cheng uitgebreid over m’n schouder zat mee te koekeloeren (welja zeg, het moest niet gekker worden), pakte ik een blikje cola en bood het hem aan. Hij schudde van nee. Zou-die dan bier… Maar moest ik dat wel… Ik keek hem vragend aan. Hij maakte meer drinkgebaren en plotseling drong het tot me door: hij had een rietje nodig! Ik gaf hem twee rietjes, en vroeg, nou we er toch stonden, of hij niet ook een blikje cola wilde - maar nee.
Terug in de woonkamer bleek klusser Co een beetje Engels te spreken. It’s cold, zei hij. Yes, yes, zei ik, enigszins niet begrijpend. Ik wees naar de airco en herhaalde zijn woorden: It’s cold. Nee, zei Co, it’s cóld, terwijl hij hetzelfde drinkgebaar maakte als Cheng eerder had gedaan. Aaah!!! Hoe it’s called… A straw, zei ik, en hij herhaalde het woord: straw, straw, straw. (Een paar minuten later hoorde ik hem vanachter de vineerlaag weer straw, straw.)
Na bijna twee en een half uur waarin de airco, alsof het een kamerplant was, meerdere malen was overgoten met gietertjes water en vervolgens “beblaasd” met rietjes, was het apparaat gemaakt. Iemand had er eerder een te lange schroef ingedraaid, legde Co uit, de schroef tussen duim en wijsvinger in de lucht houdend, waardoor er een gaatje en dus lek was ontstaan. Dat was nu verholpen. Oké, nou, super, zei ik, bedankt weer. De vineerlaag aan de zijkant van de tafel was met een naar lijm ruikende substantie weer een soort van glad gemaakt, niet heel mooi en de vraag is voor hoe lang, maar voorlopig zou ik er in elk geval niet meer steeds met mijn kleren of huid achter vast blijven haken en daar was het om te doen, dus dat was ook fijn.
De mannen ruimden de kamer op (mister Cheng ging zelfs nog stofzuigen!) en pakten hun boeltje bij elkaar. Voordat ze vertrokken, wees Cheng op het gloednieuwe laddertje dat hij had meegebracht, en toen op de plaffonière. Hij lachte erbij. Ik snapte er niks van. Die peertjes deden het toch? Hij zei iets in het Chinees tegen Co, die het ook probeerde, en na enkele pogingen begreep ik het: het laddertje was voor ons! Konden we nog eens makkelijk een peertje vervangen. Tsss! Wat attent allemaal! Ik bedankte uitgebreid en zwaaide ze uit.
Vervolgens maakte ik Bibi wakker en gaf haar een flesje melk. Toen ze haar flesje op had, schonk ik een glaasje wijn voor mezelf in, stak een gezellig kaarsje aan en ging eens lekker onderuitgezakt op de bank zitten. Altijd goed voor een leuk verhaal, maar toch ook fijn dat ze weer weg zijn, dacht ik, terwijl ik aan mijn wijntje nipte. En toen hoorde ik ineens iets spetteren. Ik kneep mijn ogen samen en spitste mijn oren. Ah nee toch! Aan de airco hing alweer een klein druppeltje, op de tafel eronder lag een plasje water. Fuk zeg… Goed dat mijn cursus Chinees maandag begint.
Ongelukje
8 jaar geleden
Dit is het allerleukste verslag dat ik ooit heb gelezen over een paar klussende chinezen!
BeantwoordenVerwijderen