Het gaydar dan wel table mysterie is opgelost (zie blog 5 maart: You're a vegetable). Ik zat er (al zeg ik het zelf, qua woordklank althans), met mijn gaydar wel iets dichterbij dan Bauke met zijn table, maar uiteindelijk hadden we het natuurlijk alle twee mis.
Gisteren mijn eerste les Cantonees. Moeilijk!!! Geídō (spreek uit zoiets als gee-dôh, met de g van geisha, waarbij het geí – qua toon - van “midden” naar “hoog” moet worden uitgesproken, en het dō op één en dezelfde hoge toon) betekent zoiets als hoeveel of zoveel. Aangezien ik dit woord elke dag meerdere malen in de lift hoor (en Bauke ook, vandaar onze gaydar/table-twist) begon er direct een belletje te rinkelen en vroeg ik de lerares (die trouwens zo scheel kijkt als een ui) of dit woord ook wordt gebruikt om verdieping “nummer zoveel” aan te duiden en ja! Geídō dus. (Volgens Bauke zou het liftwoord alsnog een ander woord kunnen zijn en theoretisch gezien is dat natuurlijk mogelijk, maar volgens mij is het mysterie hiermee opgelost.)
Het lastigste aan Cantonees is dat er zeven verschillende toonhoogtes zijn waarop lettergrepen of woorden kunnen worden uitgeproken. Er is een low level, een middle level en een high level, en daarnaast kunnen woorden ook nog op de verschillende niveaus van laag naar hoog en omgekeerd worden uitgesproken (van laag naar lager, van laag naar midden, van midden naar hoog en van hoog naar midden). Doe je dit verkeerd, dan betekent het Cantonese woord voor het cijfer 7 (chāt) bijvoorbeeld ineens piemel (of zoiets, de lerares had het over “het mannelijk geslachtsdeel”, maar ik vermoed dat het eigenlijk zoiets is als lul of eikel. Ze wilde trouwens niet voordoen hoe dat dan klonk – wat ik wel weer een beetje flauw vond, want hoe moet je dan weten dat je die fout niet maakt? Maargoed. De cursus Cantonees wordt gegeven bij de YMCA, in een lokaal dat vol hangt met plaatjes van Jezus en A4’tjes waarop stichtelijke liedjes, wijsheden en andere heilzame teksten staan, dus misschien past dat wel niet binnen de traditie, gegege). Zo kan een en hetzelfde woord, zeven keer verschillend uitgesproken, zeven verschillende betekenissen hebben! Ook lastig (maar wel een stuk minder lastig dan die verschillende toonhoogtes): de Chinezen spreken de k, de p en de t aan het einde van een woord niet uit. Maar…toch ook weer wel. Ze laten hem niet hardop klinken, maar vormen wel hun mond als k, p, of t. En dat klinkt gek genoeg toch heel anders dan helemaal níet uitspreken.
Leuk hoor, elke maandagavond zo’n klasje; ontmoet ik ook weer eens wat nieuwe mensen, zo groot is mijn sociale netwerk hier natuurlijk nog niet. Toevalligerwijs zit ik bij een collega van Bauke in de klas, een Spaans meisje, wel een leuk iemand, type blije vogel. Zij woont al anderhalf jaar in Hong Kong en spreekt al best wat Cantonees. Verder nog een stuk of tien anderen, Chinezen, die geen Cantonees spreken en ook gweiloos, waarvan er sommigen al meer dan tien jaar in Hong Kong wonen en alleen tot twintig kunnen tellen.
Best veel geleerd de eerste les! Behalve al die uitspraak-zaken, geleerd me voor te stellen (ngóh hai Sanne), te vragen hoe het gaat (Dāk hm dāk a? In het Chinees vragen ze “Gaat het goed of gaat het niet goed?” en is er dus, anders dan bijvoorbeeld in het Amerikaans, ook ruimte voor een negatief antwoord. Als het goed gaat, zeg je Hóu hóu, zoals de kerstman het zou doen), hoeveel iets kost (daar heb je ‘m weer: Geídō chín a?) en tellen tot honderd – wat meteen het huiswerk is voor de volgende les. En er wordt overhoord! Als ik het een beetje onder de knie wil krijgen, moet ik serieus elke dag gaan oefenen, want anders ben ik het spoor heel snel bijster vrees ik. Maar: ik heb natuurlijk de tijd en het lijkt me echt heel leuk om klein beetje Cantonees te kunnen spreken, dus ik ga m’n best doen.
It’s fun to stay at the YMCA!
Ongelukje
8 jaar geleden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten