Nog voordat Bibi was geboren – zelfs nog voordat ze in de maak was – waren Bauke en ik het al roerend eens: als wij d’r éen kregen, kreeg het geen speelgoed waar geluid uit komt. Wij hadden bij vrienden en familie genoeg gezien: speelgoed met geluid is écht zwáár irritant. Dat moet je dus niet hebben. Toen Bibi er eenmaal was, stelde Bauke bovendien voor een kleine doos bij de ingang van ons niet al te grote appartement neer te zetten, en speelgoed alleen langs de voordeur te laten passeren, als het in die doos paste. Van beide voornemens is nooit iets terecht gekomen.
Inmiddels heeft Bibi natuurlijk speelgoed waar geluid uit komt. En dan heb ik het niet over speeldoosjes met slaapliedjes, bromtollen, xylofoons of sambaballen. Die heeft ze ook, maar die zijn gewoon leuk. Ik heb het over
elektronisch geluid dat met behulp van
batterijen wordt geproduceerd. Een traktor met dieren, die zowel alle dierengeluiden, als een paar dozijn oud Hollandse - en andere krakers ten gehore brengt. Ook een boekje, dat, als je op dat ene knopje drukt, een heel irritant kindergegiechel laat horen, gevolgd door een liedje. (Bibi vindt nou juist dat irritante gegiechel het leukste, en drukt, steeds voordat het liedje begint weer op het knopje zodat we aan een stuk door alleen dat irritante gegiechel horen – effect horrorfilm
Chuckie.) Ook een mobiele telefoon. Die is trouwens prima. Maakt weliswaar geluid, allerlei begroetingen en afscheidsteksten in diverse talen (
I love you goodbye) alsmede een heel scala aan liedjes, maar alles op een zeer acceptabel volume. Ik heb ermee in de wachtkamer van de huisarts gezeten - dat niveau. Batterijen zijn misschien bijna op? En waren dat misschien altijd al? Enfin, daar valt dus mee te leven.
Wat ons, en dan vooral mij, zo nu en dan echter tot waanzin drijft, is ons Bibelotjes lispelende laptop van Nijntje.
Hallo! Ik ben Nijntje. Fullen we famen fpelen? Het apparaat heeft twee standen, een zogenaamde ontdek- en een zoekstand. In de ontdekstand vertelt Nijntje je op welke knop je zojuist hebt gedrukt. Zon. Fiets. Koe. Het blauwe vierkant. De O van Olifant (gevolgd door olifantengetetter). De I van Indiaan (waarna de indianenkreet “Woehoe!” klinkt). De A van appel (en dan het geluid van een hap uit een appel). De E van emmer (gevolgd door een piepgeluidje waarvan ik niet wist dat emmers het maken). Ook: 1,2,3,4,5. Verder nogal wat liedjes; ik heb het idee dat er nog steeds deuntjes uitkomen die ik niet eerder heb gehoord. Goed. Dat is dus de ontdekstand. Dan is er de zoekstand. In de zoekstand is het de bedoeling dat je alle zaken die ik zojust bij de ontdekstand heb genoemd, gaat zoeken. Dus: zoek zon. Zoek koe. Zoek het blauwe vierkant. Als je op de goeie knop drukt, zegt Nijntje: Goed fooo! Druk je op en verkeerde knop, dan hoor je zo’n mispoes- geluidje. Totdat je überhaupt érgens op drukt, speelt er een slapstick-achtig muziekje. Omdat Bibi eigenlijk te klein is voor de zoekstand, horen wij in deze optie alleen dat elektronische slapstickmuziekje, af en toe onderbroken door een mispoesgeluid en zeer zelden onderbroken door “Goed fooo!” - maar dat moet haast wel een toevalstreffer zijn.
Bibi is dol op haar laptop en drukt op alle knoppen dat het een lieve lust is. De O,O,O,O,O, van A,A,A, de Oo van Aa, het blauwe E,E,E, I van Indiaan (Woehoee!), de gele A van E,E,E, van O,O,O, van Olifant… Echt vreselijk. Maar het ergste komt nog. Al maanden eet Bibi ‘s ochtends haar pap niet zonder laptop. Zelfs in ons Balinese hotelrestaurant zaten wij met die verrekte laptop aan de ontbijttafel, ondertussen door de andere hotelgasten aangekeken met een gezichtsuitdrukking waaruit zowel medelijden als irritatie sprak. Na een aantal dagen hebben we Bibi haar pap maar op de hotelkamer gegeven – voor of na ons eigen ontbijt.
Het begon er maanden geleden allemaal mee dat ze niet meer “normaal” wilde eten. Eén van de oma’s raadde aan haar een beetje af te leiden, met een speeltje. En verdomd, dat hielp! Eenmaal afgeleid door een speeltje, opende Bibi automatisch haar mond als je er iets in wilde stoppen! Maar zoals met alle genotmiddelen het geval is, heb je er steeds meer van nodig om hetzelfde effect te bereiken. Dus dat ene kleine playmobielmannetje was al gauw niet meer genoeg. Het werd van kwaad tot erger en op enig moment at Bibi alleen nog wat als Bauke en ik haar samen te eten gaven, waarbij de één als een soort Pipo de clown gekke dingen deed met honderd verschillende speeltjes, terwijl de ander haar op onverhoedse momenten een lepel in haar mond probeerde te duwen. Om gek van te worden. Dat werd ik dan ook regelmatig. Genoeg is genoeg!, riep ik op die momenten uit. Als ze niet normaal wil eten, dan eet ze maar niet! Straks moeten we hier hele kinderfeestjes organiseren, met balonnen, confetti, toeters, bellen en pantomime! Ik doe niet meer mee! Ze zoekt maar een ander!
En toen kwam er bezoek (ik zal geen namen noemen) met een Nijntjelaptop. Handig als Bibi niet wil eten, grapte ik meteen. En inderdaad. Reuzehandig. Want sindsdien hoeven we Bibi niet meer samen haar pap te geven, maar kunnen we het ook alleen af, met laptop weliswaar, maar toch. Zo komen we er dus aan. Maar kaa,kaa,kaa,uu,tee,tee,tee, zo’n lispelnijn, ‘s ochtends vroeg op een nuchtere maag! Hoe kom je daar weer vanaf? Net toen ik me vanochtend afvroeg of ik de cold-turkeymethode maar eens moest gaan toepassen, at Bibi gewoon haar pap. Hap, slik, weg! Wat een zalige rust aan het begin van de dag!
Knock on wood natuurlijk, maar Nijn, feg maar dag met je handje, tijdenf het eten wordt hier voortaan niet meer famen gefpeeld.