maandag 31 mei 2010
Niet snik?
Mickey! Mickey! riep Bibi gisterochtend opgetogen, terwijl ze naar de speaker wees. Ik snapte er in eerste instantie niks van en legde haar een paar keer uit dat dat niet Mickey, maar een speaker was. Maar Bibi bleef Mickey! roepen en naar de speaker wijzen en ineens viel het kwartje. Uit onze box klonk een symfonie van Beethoven - zo klinkt het in Disneyland ook.
Zodra je de metro uitstapt en de eerste Disneypoortjes bent gepasseerd, schalt de muziek je al tegemoet. Het geluid is de ene keer harder dan de andere keer, maar te hard is het altijd en eraan ontkomen doe je niet. Door het hele park staan namelijk luidsprekers waaruit aan één stuk door Beethovenachtige symphonieën klinken. Ilse (bijna 8 maanden zwanger en moe) en ik (ge-jet-lagged door slaapgebrek) keken elkaar met dichtgeknepen oogjes aan en vroegen ons hardop af waarom ze hier toch zo van snoeiharde muziek houden: rare Chinezen, grinnikten we – toen nog.
In Mainstreet Disneyland verging het grinniken ons al snel. Daar kwam namelijk juist de dagelijkse Disneyparade voorbij: een spektakel met rijdende wagens, oorverdovende muziek en dansende Disneyfiguren. Vanwege de hitte werd er vanuit die parade ook nog met waterkanonnen op het publiek geschoten. ZE LIJKEN WEL NIET SNIK!, gilde ik (in iedere oor een vinger) met overslaande stem tegen Ilse, die (inmiddels met natte broek) hoofdschuddend iets teruggilde wat ik niet kon verstaan (naar later bleek, dat ze me niet kon verstaan). Het was werkelijk niet te doen.
Wat is dat toch met Chinezen en lawaai? Het is niet alleen Disneyland. In onze organische buurtsuper stond rond Chinees Nieuwjaar de muziek zo hard dat ik een kribbige suggestie op het suggestionboard heb achtergelaten. (Oké oké: mijn lont was misschien wat kort na een zoveelste slapeloze nacht, maar het volume was dusdanig hoog dat ik mijn eigen boodschappenlijst niet meer kon lezen.) In restaurants is het ook regelmatig bar en boos. In HET pekingeendrestaurant van Beijing bijvoorbeeld, konden Bauke en ik elkaar alleen verstaan als we naar elkaar schreeuwden. Hoewel dat ook wel een beetje op onze lachspieren werkte, wisten we niet hoe snel we weer weg moesten komen, terwijl de tent toch afgeladen was met Chinezen die zich allemaal prima leken te vermaken. Op Sanya klonk in één en hetzelfde restaurant zelfs én een live-band én een cd, en bij mijn Nederlandse kapper (die een stoel huurt in een Chinese salon), staat de tv altijd loeihard en KAN HIJ OOK NIET ZACHTER. Echt heel vreemd allemaal.
Enfin. Terug naar Disneyland. Toen Bibi begon te huilen omdat ze door een wandelende bloem met brandslang werd nat- en bijna platgespoten, besloten we de parade maar te laten voor wat ‘ie was en door te lopen naar Fantasyland. Daar stond weliswaar een Chinese Merlijn te krijsen en schalden die Beethoviaanse symphonieën je natuurlijk weer van alle kanten tegemoet, maar door de eerder opgelopen gehoorschade merkten we daar gelukkig bijna niets meer van.
woensdag 26 mei 2010
Jetlag
Vannacht weer eens ouderwets gezellig met een kussen op mijn kop geslapen. Hoewel het door de bank genomen wel wat beter gaat met Bibi en het slapen, is het de afgelopen dagen weer bar en boos. Vannacht van 12 tot 5 gespook – weliswaar met stille tussenpozen, maar slapen doe ik dan toch niet. Toen ik net weer in een droomfase was beland, haalde Bauke dat kussen van mijn kop omdat het tijd was om op te staan. Na het ontbijt het moeie lijf toch maar in de trainingsbroek gehesen en op naar de gym.
Ruim vijf weken ga ik nu, zo’n beetje dagelijks, en ik heb echt het idee dat het me goed doet (al voel ik me vandaag toch wel echt ge-jet-lagged). Ik lijk zelfs minder last van aften te hebben, en als ik ze heb, zijn ze minder groot en gemeen! (Maar dat kan natuurlijk toeval zijn.)
Na het sporten even gedoucht en me vervolgens gestort op een nieuwe variant couscoussalade: een combi van een oud Trouw-recept dat ik niet eerder had gemaakt (gewelde couscous met citroenrasp en -sap, geperste knoflook, een flinke scheut olijfolie en veel fijngehakte munt, basilicum, rucola, koriander, peterselie en bosui) en het een en ander dat me er wel lekker bij leek smaken (limoensap, een verbrokkeld geitenkaasje, een fijngehakt rood uitje, een komkommer, ont-zaad en tevens fijngehakt, versgemalen zeezout en peper – volgens het trouwrecept moest de couscous eigenlijk in kippenbouillon geweld, ik heb gewoon water gebruikt). Ik heb er net vast een kommetje van gelunchd en het is echt ENORM LEKKER!!! Vanavond met een gegrild worstje erbij: hmmm…
Ondertussen is het kakkerlakkendrama hier nog steeds gaande. Gelukkig komen ze minder vaak bij ons op visite (ik ving er gister één), maar in de gemeenschappelijke gang, waar ik nu elke ochtend met een bus Speedtox en een rol keukenpapier op jacht ga, is het nog steeds feest. Volgens de conciërge heeft de de huisbaas van hiernaast de ongediertebestrijding inmiddels ingeschakeld, en is het wachten op hun komst. Tja. Ik heb ondertussen maar wat speedtox onder de deur van dat lege appartement gesprayd, in de hoop dat kakkerlakken die het pand willen verlaten het niet lang maken. Wordt vervolgd.
Verder is het hier al dagen heerlijk weer: tegen de dertig graden, een lage luchtvochtigheid en een lekker stevig briesje. Alle ramen open; de airco uit. Over een uurtje gaan Bibi en ik met Ilse en Tamar naar Disneyland. Ik ga ons schatje zo maar eens wakker maken. Een beetje eerder dan normaal, zodat ze het vannacht misschien wat beter doet.
donderdag 20 mei 2010
Op de valreep
Ons hele verblijf in Hongkong nauwelijks ergens last van gehad, maar nu op de valreep: kakkerlakken in huis! Gisteren heb ik er drie om zeep gebracht, vanochtend lag er en dooie kakkerlak voor onze slaapkamerdeur (waar hij naar op weg was, daar denk ik maar niet aan) en vanmiddag zaten er vier in de gemeenschappelijke gang van de negenenwtintigste verdieping. Gatverdamme zeg. Jek jek en nog eens jek!
Vorige week zag ik er al es één vlak naast onze voordeur zitten (aan de buitenkant, goddank) en was Bauke er eentje tegen gekomen vlakbij het vuilnishalletje. Misschien een paar verdwaalde exemplaren, dacht ik toen nog (als je in Azië woont, schijn je je er namelijk bij neer te moeten leggen dat je af en toe zo’n beest tegenkomt), maar daarvoor zijn het er nu te veel geweest. Bovendien: als ze zich overdag in zulke grote getalen laten zien, is het hier ‘s nachts waarschijnlijk helemaal een feest. Oh man! Ril...
Omdat Bauke en ik het vermoeden hadden dat ze vanaf de gang (onder de grote kier van onze voordeur door) zo ons appartement inwandelen, ben ik maar even langs de conciërge geweest. Blijkbaar staat het appartement naast ons leeg (dat idee hadden we eigenlijk al) en tieren de kakkerlakken er welig. Bah!
Wat ik ervan begreep (het is jammer dat ik mijn Cantonese cursus nooit heb vervolgd) is dat de huisbaas al met gif in de weer is geweest en dat vandaag zou gaan herhalen dan wel inmiddels heeft herhaald. (Dat zou dan ook meteen verklaren dat er vanmorgen een dooie kakkerlak voor onze slaapkamerdeur lag, en dat één van de drie beesten die ik gister een kopje kleiner heb gesprayed er al een beetje waus bij zat.)
Getverdemme zeg. Kakkerlakken! Dat zijn nou van die dingen die ik straks NIET ga missen.
dinsdag 11 mei 2010
Wief in, wief ouw
Ik was nooit zo van de gym – had altijd een beetje apparatenangst ook – maar ik ben helemaal om. Die apparaten blijken zichzelf eigenlijk te wijzen en met een ipod op mijn kop, het volume lekker hard, fietsen, steppen, lopen, aan gewichtjes trekken: heerlijk - ik kijk er zelfs naar uit! Nou zijn de omstandigheden natuurlijk ook optimaal. Bibi gaat een paar uurtjes naar school dus ik heb ‘s ochtends mijn handen vrij; de gym zit (net als de squashzaal, de binnenspeeltuin, de lees- en computerzaal, de spelkamer, de sauna, de massagestoelkamer en de zelfspelende (!) piano) in ons clubhouse dus ik ben er zó; er is bijna nooit een hond waardoor er altijd genoeg apparaten vrij zijn en na afloop hoef ik alleen de lift naar boven te nemen, kan ik thuis lekker douchen en heb dan nog genoeg tijd over om, voordat ik Bibi ga ophalen, even de boodschappen te doen en een kopje thee te drinken. Ideaal dus. En: het lijkt te werken – al zal ik waarschijnlijk nooit helemaal ZEN worden.
Maar je moet nooit nooit zeggen natuurlijk.
Sinds twee weken krijgt yoga in Hongkong namelijk ook weer een kans. Ik hou eigenlijk niet zo van yoga, maar omdat het dinsdagochtendyogaclubje (ook al in ons clubhouse) waar mijn Franse en Zwitserse buurvrouwvriendinnen A. en R. zich voor hadden opgegeven, één yogi te kort kwam om van start te kunnen, dacht ik: ach het is ook wel gezellig en het geeft wat afwisseling met die gym. Vorige week dinsdag was de eerste les en zaterdag had ik nog steeds pijn in de spieren/pezen aan de achterkant van mijn bovenbenen. Een beetje overstrechted wellicht? Mijn hemel. It’s doing something, so it must be good! zei A., die ik strompelend tegenkwam op weg naar Pips, enthousiast.
Toch heb ik het idee dat het wel goed is, dat stretchgedoe, en ondanks de pijn achteraf vond ik de les leuker dan mijn eerdere yoga-avonturen. De leraar (ik weet niet hoe hij heet want hij praat een beetje onduidelijk Engels en zeer binnensmonds, zodat hij af en toe zelfs wat lijkt te grommen: Hello wellcome to my yogaclass my name is hhmmpffgrr… If you have any questions just hpmfgrgg…) neemt de yoga wel wat serieus (het is dus niet de bedoeling dat je, als je, in een onmogelijke houding gelegen, per ongeluk oogcontact hebt met je yogi-buurvrouw die zich in dezelfde onmogelijke positie probeert te wurmen, even betekenisvol naar elkaar grinnikt: Do the bes you can!!! Evah moh!!! Wief in, wief ouw!!! Kip wieving!!!) en vraagt soms wel wat veel van de beginnende yogi (vier dagen helse spierpijn lijkt mij niet normaal) maar behalve dat heb ik toch het gevoel goed bezig te zijn, lichaamsbewegenderwijs.
En dat is natuurlijk ook wat waard.