Eind maart gingen wij dus (weer) op vakantie. Naar Maleisië dit keer, en maar liefst tweeënhalve week; we waren echt even weg. In een notendop: de eerste tien dagen smeerden we uit over de steden Kuala Lumpur, Melaka en Penang, de laatste week hingen we vooral aan het (oh zo ach en wee schaduwloze!) zwembad van een resort op het bounty-eiland Langkawi - slechts onderbroken door een tukje in de hotelkamer rond het middaguur en (afhankelijk van hoe Bibi’s pet stond) daarvoor of daarna een bezoek aan onze “vaste” Indiër (waar we weliswaar een keer - onaangekondigd - warm bier dronken omdat de ijskast het niet deed, waar te harde India-rap uit de boxen kwam, de vliegen niet weg te slaan waren en het bedienend personeel ons niet verstond, maar waar de kip tikka ZO lekker was, dat we dat allemaal graag voor lief namen).
Hoewel ik Maleisië vanuit Nederland eigenlijk nooit als vakantiebestemming heb overwogen (en Indonesië of Thailand bijvoorbeeld wel), was het hier ineens “in de buurt” en kwam het daardoor letterlijk en figuurlijk dichterbij. En het was zeer de moeite waard! In Indonesie vond ik de grote steden meestal niet echt leuk (of liever: meestal echt níet leuk) maar de Maleise steden die we hebben bezocht vond ik juist erg sfeervol, mooi en verzorgd. We zagen prachtige statige witte koloniale gebouwen, hypermoderne wolkenkrabbers maar ook traditionele Malay-style huizen; we wandelden door typisch Chineze en Indiase wijkjes, aten overal (meestal) allerlei heerlijks en waren verrast door de op het oog zeer rieleks aandoende multi-culti-samenleving bestaande uit Maleiers, Chinezen en Indiërs. Bauke en ik waren alletwee het meest gecharmeerd van Georgetown (zie foto’s) op het eilandje Penang, maar de andere locaties waren toch ook allemachtig prachtig leuk. Wij hebben dus wederom een geslaagde Aziatische vakantie achter de rug!
Uit vrees voor saaiheid laat ik het hierbij - met uitzondering van enkele eigenaardigheden die ik fotografisch heb vastgelegd en graag nog even apart onder de aandacht wil brengen:
Bauke's baard- en snorexperimentHollywood-man
Snor na twee weken baard
I don't wanna be alone - where is my baby?Op onze laatste bestemming Langkawi kwamen wij onverwacht allerlei bekenden tegen. Kurt bijvoorbeeld! En ook een broer van Kurt (al herkende alleen Bauke die). Ik zag mijn eigen dubbelganger uit India rondlopen, maar dan lelijk(er). En (
of all people!): Eartha Kitt, vergezeld door Newman (de postbode uit Seinfeld). (Bauke begon meteen te zingen toen hij haar zag:
I don’t wanna be alone – where is my baby?) Een oude kop had ze wel, maar toch nog het lijf van een twintigjarige. Dagelijks zagen wij hoe zij - op naaldhakken en in string - haar nieuwste bruin liet fotograferen door Newman: langs de rand van het zwembad bijvoorbeeld, met één been bevallig naar voren gestoken, buik in, borst vooruit en een de hand achter het hoofd; of omgekeerd gepositioneerd in een ligstoel, haar hakjes tegen het hoofdeinde, haar haren fladderend boven het beton; kek springend op de zwembadrand of lieflijk tussen de bloemen. Niet te filmen: genieten geblazen!
Mieterse fotoVoor de kenners: Mix Omie en Incredibles?